1.5 en 1.6 mitose en meiose bvj max

Thema 1 Organen en cellen
basisstof 5
  • Herhaling basisstof 4
  • Uitleg basisstof 5
  • Aan de slag 1 t/m 3
  • Uitleg 
  • Aan de slag 4 t/m 6
  • Eventueel Blooket



1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen en cellen
basisstof 5
  • Herhaling basisstof 4
  • Uitleg basisstof 5
  • Aan de slag 1 t/m 3
  • Uitleg 
  • Aan de slag 4 t/m 6
  • Eventueel Blooket



Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan ik de drie fasen in de gewone celdeling noemen.
  • weet ik het ander woord voor gewone celdeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de gewone celdeling verloopt.

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke twee stoffen bestaat een chromosoom?
A
Organisme en Cellen
B
Chromosomen en celkern
C
Eiwit en DNA
D
DNA en lichaamscellen

Slide 3 - Quizvraag

Waar liggen de chromosomen?
A
celwand
B
celmembraan
C
celkern
D
bladgroenkorrels

Slide 4 - Quizvraag

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn chromosomen?
A
Lange dunne draden
B
Korte dunne draden

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een mens in een lichaamscel?
A
44
B
46
C
48
D
50

Slide 7 - Quizvraag

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76

Slide 8 - Quizvraag

Basisstof 5 Gewone celdeling (mitose)
Aan het einde van deze les:
  • kan ik de drie fasen in de gewone celdeling noemen.
  • weet ik het ander woord voor gewone celdeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de gewone celdeling verloopt.

Slide 9 - Tekstslide

Celdeling - wat is dat?
  • Je lichaam heeft 30 000 000 000 000 (dertig biljoen) cellen
  • Celdeling: één cel maakt een kopie van zichzelf en deelt in tweeën.
  • WaaromGroei (cellen zijn niet mega als je volwassen bent) en vervanging (cellen gaan stuk)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Extra informatie

Slide 12 - Tekstslide

Mitose
Celdeling is nodig, omdat jij uit meer dan 1 cel bestaat. 
Al jou cellen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen in zich
maar kunnen verschillend zijn van vorm en functie
Genen (erfelijke eigenschappen) kunnen aan of uit staan.

Je bent tenslotte begonnen als 1 cel en die is zich gaan delen (kopiëren)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Onder de microscoop

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Basisstof 5
- Opdrachten 1 t/m 3 maken.
-

Strijders
maak opd. 4 t/m 7

Klaar?
Lees basisstof 6 reductiedeling


Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan ik de drie fasen in de gewone celdeling noemen.
  • weet ik het ander woord voor gewone celdeling.
  • kan ik in mijn eigen woorden uitleggen hoe de gewone celdeling verloopt.

Slide 25 - Tekstslide

Thema 1 Organen en cellen
  • Opdracht herhaling basisstof 5
  • Basisstof 6
  • Meiose: 
  • Gewone celdeling



Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
Leg in 5 of 6 tekeningen de stappen van gewone celdeling of mitose uit. Met behulp van dropveters.

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Kun je beschrijven hoe een reductiedeling (meiose) verloopt. Wat het doel is en wat de kenmerken zijn.
  • Kun je het verschil benoemen in de bouw van zaadcellen en eicellen.
  • Kun je beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Chromosomen
In de lichaamscellen liggen 23 paar , 46 chromosomen, 
een paar zijn de geslachtschromosomen xx of xy

In een zaadcel liggen 23 chromosomen, 1 chromosoom is een x of een y
In een Eicel liggen 23 chromosomen, 1 chromosoom is een x 

Als een eicel en zaadcel samensmelten heb je dus weer 46 chromosomen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Meiose
  • Zaadcellen en eicellen worden gemaakt door meiose
  • Van één lichaamscel worden vier  geslachtscellen gemaak

Slide 32 - Tekstslide

Meiose
  • Deze geslachtscellen worden gemaakt door meiose (reductiedeling)

Slide 33 - Tekstslide

Meiose
Meiose 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 36 - Tekstslide

meiose
meiose
Mitose

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!
Basisstof 6
- Opdrachten 1 t/m 6 maken.
-

Klaar?
maak de Test Jezelf van basisstof 5 en/of 6



Slide 38 - Tekstslide

Termen
Schrijf in je schriftje voor basisstof 1 en 2 de belangrijkste termen op (de groene woorden) en hun betekenis.

Dit kun je thuis ook voor de andere basisstoffen doen als je leert.
Probeer ook verbanden te leggen!

Slide 39 - Tekstslide

Termen
Basisstof 1: organismen, levenskenmerken (groei, ontwikkeling, reageren op prikkels, beweging, stofwisseling, voeding, ademhaling, uitscheiding, voortplanting), lichamelijke groei en ontwikkeling, geestelijke groei en ontwikkeling, levensfasen.
Basisstof 2: orgaanstelsels, orgaan, cellen, weefsel, tussencelstof, organisatieniveaus.

Slide 40 - Tekstslide