Mavo 1 - 90 min - week 41 - Writing + Speaking

Welcome!
Come in and have a seat.

What do you need for class?
1. Laptop
2. Pen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Come in and have a seat.

What do you need for class?
1. Laptop
2. Pen

Slide 1 - Tekstslide

Period A
Week 35: Introduction
Week 36: Bridging the gap
Week 37: Present simple
Week 38: To be + to have
Week 39: Theme words
Week 40: Listening + Reading
Week 41: Grammar + Writing
Week 42: Theme words
Week 43: Herfstvakantie

Slide 2 - Tekstslide

Program
  • Repeat present simple
  • Grammar
  • Writing 

Slide 3 - Tekstslide

Goals
At the end of this class..
  • You can write sentences with pronouns.
  • You can use question words.

Slide 4 - Tekstslide

He _____ (walk) to school every day.

Slide 5 - Open vraag

I _____ (read) my book every day.

Slide 6 - Open vraag

She _____ (eat) chocolate.

Slide 7 - Open vraag

They always _____ (watch) TV together.

Slide 8 - Open vraag

Pronouns = voornaamwoorden
  • Over wie iets gaat.

    I am miss Sint Jago.
    You are a girl.
    She is very nice.

Slide 9 - Tekstslide

Pronouns = voornaamwoorden
  • Met wie iets gebeurt.

    I will send you a message.
    He will take her on a date.
    He goes to the cinema with them.

Slide 10 - Tekstslide

Pronouns = voornaamwoorden
  • Aan wie je het geeft.

    He gives her flowers.
    I have a present for him.
    My mother baked a cake for them.

Slide 11 - Tekstslide

Over wie iets gaat.
Met wie iets gebeurt
Aan wie je het geeft
Ik
I am a girl.
He hit me.
She gave me a hug.
Zij
She is a girl.
He hit her.
I have her a hug.
Wij
We are girls.
He hit us.
He gave us a hug.

Slide 12 - Tekstslide

They
She
It
I
You
He
me
you
him
her
it
us
them
We

Slide 13 - Sleepvraag

_____ is very popular at school.
A
Him
B
He

Slide 14 - Quizvraag

She is very popular at school.
  • Over wie iets gaat.

    I am Kyano.
    You are a girl.
    She is very nice.

Slide 15 - Tekstslide

1. _____ want to call ____ tonight.
A
1. I
B
1. Me

Slide 16 - Quizvraag

I want to call _____ tonight.
  • Over wie iets gaat.

    I am Kyano.
    You are a girl.
    She is very nice.

Slide 17 - Tekstslide

I want to call 2. ____ tonight.
A
2. She
B
2. Her

Slide 18 - Quizvraag

I want to call her tonight.
  • Met wie iets gebeurd.

    I will send you a message.
    He will take her on a date.
    He goes to the cinema with them.

Slide 19 - Tekstslide

Exercise 1, 2 + 3
  • Over wie iets gaat.
    I - You - He - She - It - We - They
  • Met wie iets gebeurd / Aan wie je het geeft.
    Me - You - Him - Her - It - Us - Them 

Als je klaar bent voordat de tijd om is, schrijf je zelf minimaal 5 zinnen met pronouns (voornaamwoorden).

5 minuten zelfstandig in stilte, 5 minuten samenwerken.
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Exercise 1, 2 + 3
Check and correct your answers.

Controleer en verbeter je antwoorden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Vraagwoorden
What is your name?
When is your birthday?
Who is that girl?
Where are the toilets?
Why are you so angry?
Which colour is your favourite, red or blue?
How are you?

Welke twee dingen vallen je op aan de rode woorden?

Slide 24 - Tekstslide

Vraagwoorden = vragen stellen
1. Je zet ze aan het begin van de zin. 
2. De vraagwoorden beginnen met ‘wh’ of met ‘h’. Je kunt ze ‘wh-woorden’ noemen.

What is your name?
When is your birthday?
Who is that girl?
Where are the toilets?
Why are you so angry?
Which colour is your favourite, red or blue?
How are you?

Slide 25 - Tekstslide

Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarom
Welke
Who
What
Where
When
Why
Which

Slide 26 - Sleepvraag

Why do you eat bread in your lunch break?
A
I am at school.
B
I am hungry.

Slide 27 - Quizvraag

Where do you live?
A
In Naaldwijk.
B
With my parents.

Slide 28 - Quizvraag

_____ sits next to Frank?
Clara.

Slide 29 - Open vraag

_____ is Peter's birthday?
In April, I think.

Slide 30 - Open vraag

_____ can I get some ice cream?
You can get some at the snack bar.

Slide 31 - Open vraag

_____ are you going to do on Saturday? I don't know.

Slide 32 - Open vraag

Exercise 1 + 2
Je werkt 5 minuten zelfstandig in stilte.

Als je klaar bent voordat de tijd om is, kijk je alvast naar exercise 3. Lukt het al om hiermee te beginnen?
timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Exercise 3: Interview
Je gaat 7 vragen bedenken die je aan je buurman/-vrouw kan stellen. Hiervoor gebruik je de question words.

Na 5 minuten stellen jullie de vragen aan elkaar. Probeer de antwoorden in het Engels op te schrijven.

Als jij en je buurman/-vrouw klaar zijn met het bedenken van vragen voor de tijd om is, mag je alvast beginnen.
timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

Goals
At the end of this class..
  • You can write sentences with pronouns.
  • You can use question words.

Slide 35 - Tekstslide