WEEK 14 1 T en TH herh unité 3

1C: volgens plattegrond zitten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1C: volgens plattegrond zitten

Slide 1 - Tekstslide

aujourd'hui
- les absents
- répétition unité 3

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

les absents
Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.

Il/elle s'appelle comment? Il/elle s'appelle ......... Marieke etc.

C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi
Tu aimes quelle matière? J'aime les maths/ le français/ etc.


Slide 4 - Tekstslide

learnbeat
In week 15 staat precies wat je moet kennen en kunnen van unité 3.
Tijdens het leren: pak je boek /kopiëen un 3 erbij!

Slide 5 - Tekstslide

voca appr 4&6 en 8
Altijd F-N en N-F leren mét de lidwoorden

Slide 6 - Tekstslide

vertaal:
difficile

Slide 7 - Open vraag

vertaal:
tekenen

Slide 8 - Open vraag

grammaire 1/ appr 3
Les verbes en -er

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welk werkwoord vervoeg je NIET als een regelmatig werkwoord op -er?
A
habiter
B
manger
C
être
D
regarder

Slide 11 - Quizvraag

Werkwoorden op -er=
stam+ ...
A
a-as-a-ons-ez-ont
B
e-es-e-ez-ons-ent
C
e-es-e-ons-ez-ent
D
e-es-e-ons-ez-ont

Slide 12 - Quizvraag

Verbes en -ER
ILS/ELLES
VOUS
NOUS
TU
JE
jouENT
jouEZ
IL
ELLE
jouONS
jouES
jouE
jouE

Slide 13 - Sleepvraag

werkwoorden op - er
Je ... (danser)
A
danse
B
danses
C
dansez
D
dansent

Slide 14 - Quizvraag

de ontkenning
appr 5 

Slide 15 - Tekstslide

welke 2 Franse woordjes gebruik je om de ontkenning te maken?

Slide 16 - Open vraag

op welke plek in de zin komen de woordjes ne en pas
A
voor en na het onderwerp
B
voor en na het lijdend voorwerp
C
voor en na de persoonsvorm

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Le cours commence à 11 heures.
A
le cours
B
à 11 heures
C
commence

Slide 18 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend:
je parle français
A
ne je pas parle français
B
je ne parle pas français
C
je parle ne pas français

Slide 19 - Quizvraag

maak de zin ontkennend:
Le prof est sympa
A
Le prof ne est pas sympa
B
Le prof ne pas sympa
C
Le prof est pas sympa
D
Le prof n'est pas sympa

Slide 20 - Quizvraag

maak ontkennend, gebruik kleine letters en geen leestekens:
elle travaille bien

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel ontkenningen zitten er in dit chanson?
A
7
B
9
C
8
D
10

Slide 22 - Quizvraag

dernière question....

Slide 23 - Tekstslide

maak ontkennend, gebruik kleine letters en geen leestekens:
nous sommes en retard

Slide 24 - Open vraag

Ik weet wat ik moet kunnen en kennen voor de toets van unité 3.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Maak de opdrachten in LB
Tijd over? 
Start met leren voor de toets.

Slide 26 - Tekstslide

les nombres 20-69
uitleg + herhaling

Slide 27 - Tekstslide