3.1.1 stofeigenschappen [2ABC]

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

op tafel

boek

pen/potlood

(etui)

WELKOM!!

vandaag beginnen we met hoofdstuk 3 stoffen

Start opdracht

hiernaast zie je een foto van een hoofd dat geverft is met vantablack, de donkerste verf die bestaat. Schrijf in je schrift 3 eigenschappen op over het voorwerp.

wat? 3 eigenschappen opschrijven

waar? in je boek blz. 94 (aantekenblad)

hoe? 5 min in stilte alleen

klaar of hulp nodig? lees blz. 98

bespreken opdracht

welke eigenschappen heb jij kunnen vinden?

kleur

vorm

fase

massa

volume

geleiding

planning vandaag

- uitleg woordenlijst

- leerdoelen

-uitleg stoffen, stofeigenschappen en voorwerpeigenschappen

- spel regenboog maken + nabespreken

- klassen quiz

- exit tikets

-huiswerk

woordenlijst

voor je neus heb je een woordenlijst met allemaal begrippen die je vandaag gaat leren. Tijdens de uitleg schrijf je de betekenis van de woorden op. thuis vul je de lijst verder aan met uitleggen in eigen woorden en assosiaties.

leerdoelen

na vandaag weet jij:

-wat stoffen zijn.

-het verschil tussen stofeigenschappen en voorwerpeigenschappen.

- voorbeelden van stofeigenschappen te benoemen.

en kan jij:

- stoffen omschrijven aan de hand van stofeigenschappen.

uitleg

In de natuurkunde betekend stoffen:
De materie waaruit alles om je heen bestaat.

deze stoffen hebben eigenschappen stofeigenschappen zijn:

een eigenschap die een stof heeft, zoals kleur.

een stofeigenschap kan je niet veranderen.

uitleg

voorwerpen zijn gemaakt van stoffen. voorwerpenen hebben voorwerpschappen:

een eigenschap die een vorm heeft, zoals vorm of massa.

voorbeeld:

links zie je allemaal ijzeren voorwerpen.

de kleur is overal het zelfde. de vorm is overal anders.

regenboog maken

Je gaat zo in groepjes van 4 zitten.

Eén iemand is de spelleider en die krijgt kaarjes.

Op de kaartjes staan voorwerpen die van één stof is gemaakt.

De spelleider omschrijft wat er op het kaartje staat door om en om voorwerp- en stofeigenschappen te zeggen.

De spelleider mag niet de naam of de kleur van de stof zeggen.

De anderen moeten raden wat de stoffen zijn en op volgoorde van de regenboog leggen.

voorbeeld:

blauw is een

stofeigenschap.

groen is een

voorwerp-

eigenschap.

regenboog spel

wat? Speel in een groepje van vier het regenboog spel. 1 iemand is spelleider, de andere raden.

tijd? 15 minuten

hulp? Kijk op de instructie kaart. Kom je er niet uit? Handopsteken en docent vragen.

klaar? Begin alvast aan opdracht 1 tot en met 11. Blz. 101

hoe ging het regenboog spel?

Wie had alle 6 kleuren goed?

lukte het om stof- en voorwerpeigenschappen te gebruiken?

tijd voor een klassen quiz!

Nu gaan we de klassen quiz doen. In deze quiz strijden jullie tegen de andere klassen. Ik heb hier achter mijn scherm een 7 stoffen verstopt. Straks krijgt één iemand de stoffen te zien. Die moet dan de stoffen gaan omschrijven met ALLEEN STOFeigenschappen. De klas moet dan de stoffen raden. De klas die het snelst alle stoffen goed heeft, heeft gewonnen.

De quizmaster wijst mensen aan die mogen raden.

voorbeeld

klassen quiz!

7 stoffen

alleen eigenschappen

Exit ticket

Om te kijken hoe goed de les is gelukt ga je nu een exit ticket invullen. Dat kan je doen met deze link, maar die staat ook bij het huiswerk van vandaag in magister.

pak je laptop en vul de exit ticket in.

https://forms.gle/j53HSPfgKSLXKqjY6

Huiswerk

maak:

van paragraaf 3.1 opdracht 1 tot en met 11.

EN maak je woordenlijst thuis af.

waar? bladzijde 101 tot en met 103

tijd? tot het einde van de les (en thuis verder).

hulp? lees Blz. 98 en 99 nog eens door.

klaar? lees blz. 99 en 100 over dichtheid, en maak 12 t/m 18