B Overal 2.3 Stofeigenschappen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Leerdoel

Je leert dat je een stof herkent aan zijn eigenschappen.

Je leert dat je eigenschappen waarneemt met de zintuigen of meet met meetinstrumenten.

Je leert wat het verschil is tussen voorwerpen en stoffen.

STOFEIGENSCHAPPEN

Stoffen herken je aan hun eigenschappen. Voorbeelden van stofeigenschappen zijn smaak, kleur, hardheid, brandbaarheid, kookpunt en smeltpunt.

Schrijf 3 stofeigenschappen van glas op

Voorwerpeigenschap

Niet alle eigenschappen van een voorwerp kun je gebruiken om de stof te herkennen waarvan het is gemaakt.

Vorm of gewicht zijn bijvoorbeeld voorwerpeigenschappen

Waarneembaar en meetbaar

Waarneembaar

eigenschappen die je waarneemt met je zintuigen, zoals kleur, geur of smaak

Meetbaar

Magnetisch, elektrische geleidend, dichtheid, kookpunt

Een belangrijke stofeigenschap

DICHTHEID

Massa (m)

Er is een verschil tussen massa en gewicht.
Op de maan is je massa hetzelfde, je gewicht niet. 

Massa is de hoeveelheid stof bij elkaar opgeteld, in   

kilogram(kg)

Volume (V)

Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt. 

Dit schrijven we op in      

Het volume is dan:

Als je alles in cm invult.

cm​3​​

lengte⋅breedte⋅hoogte

Onderdompelmethode

Bedacht door Archimedes.

Wordt gebruikt om het volume van een lastig voorwerp te bepalen.

1L=1dm​3​​

0

1 cm3 ijzer weegt meer dan 1 cm3 plastic

Ijzer heeft een grotere dichtheid dan plastic

2

1

Andere belangrijke stofeigenschappen

SOORTELIJKE WEERSTAND

Sommige stoffen, zoals metalen, laten elektrische stroom gemakkelijk door. Andere stoffen, zoals porselein, houden elektrische stroom juist tegen.

UITZETTEN DOOR WARMTE

De meeste stoffen die je verwarmt zetten uit. Die stoffen krimpen weer als je ze afkoelt.

Zoek de waardes op in de BINAS

B