Het circulatiestelsel 2

Het circulatiestelsel 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het circulatiestelsel 2

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht bespreken
Hart en bloedvaten

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1:
K: re kamer-longslagader-longen-
longader- li boezem

G: li kamer- aorta- slagaders lichaam
-aders-holle aders-re boezem

Slide 3 - Tekstslide

2. De dikte van de hartspier is bij de boezems dunner/dikker dan bij de kamers.
A
Dunner
B
Dikker

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 2:

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is de hartspier links dikker dan rechts?

Slide 6 - Open vraag

Vraag 3:
3. Waarom is de hartspier links dikker dan rechts? 


Slide 7 - Tekstslide

De longslagader vervoert bloed van ....1... kamer naar ...2.... Dit bloed is zuurstof...3...

Slide 8 - Open vraag

Vraag 4:
4. De longslagader vervoert bloed van recther kamer naar longen. Dit bloed is zuurstofarm

Slide 9 - Tekstslide

De longader vervoert bloed van …1...naar…2.. Dit bloed is zuurstof…3...

Slide 10 - Open vraag

Vraag 5:
5. De longader vervoert bloed van longen naar li boezem. Dit bloed is zuurstofrijk.

Slide 11 - Tekstslide

Vervoeren alle slagaders zuurstofrijk bloed?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 6:
6. Vervoeren alle slagaders zuurstofrijk bloed? Nee


Slide 13 - Tekstslide

Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingssysteem. Waar bevindt zich de sinusknoop?
A
Rechter boezem
B
Linker boezem
C
Rechter kamer
D
Linker kamer

Slide 14 - Quizvraag

Vraag 7:
7. Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingssysteem. Waar bevindt zich de sinusknoop? 


Slide 15 - Tekstslide

Waarom liggen slagaders meestal diep in de weefsels?

Slide 16 - Open vraag

Vraag 8:
8. Waarom liggen slagaders meestal diep in de weefsels? 

Zo zijn ze goed beschermd tegen beschadigingen van buitenaf

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer treedt er meer bloedverlies op- bij een slagaderlijke bloeding of bij een aderlijke bloeding?
A
Slagaderlijke bloeding
B
Aderlijke bloeding

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 9:
9. Wanneer treedt er meer bloedverlies op- bij een slagaderlijke bloeding of bij een aderlijke bloeding? Waarom? 

Slagaderlijke bloeding/ meer druk

Slide 19 - Tekstslide

De bloeddruk is hoger in de: slagaders/aders
A
Slagaders
B
Aders

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 10:
10. De bloeddruk is hoger in de: slagaders

De bovendruk is de druk van het bloed op de wand van de bloedvaten op het moment dat de kamers zich samentrekken.

De druk van het bloed op het moment dat het hart in rust is noemen we de onderdruk.

Slide 21 - Tekstslide

Waarom is de spierpomp vooral belangrijk voor aders?

Slide 22 - Open vraag

Vraag 11:
11. Waarom is de spierpomp vooral belangrijk voor aders? Omdat er geen pompende kracht is zoals in de slagaders

Slide 23 - Tekstslide

In welke bloedvaten vindt de afgifte van voedingsstoffen en zuurstof plaats?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten (capillairen)

Slide 24 - Quizvraag

Vraag 12:
12. In welke bloedvaten vindt de afgifte van voedingsstoffen en zuurstof plaats? 

Haarvaten, wand bestaat uit een doorlaatbaar vlies

Slide 25 - Tekstslide