Gs. Klas 2 Oefenen met vragen - mavo

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H2 Vrijheid en gelijkheid!

Oefenen met vragen

H2 Oefentoets

Via deze lessonup kun je oefenen met 5 vragen. Deze vragen zijn hetzelfde soort vragen als die je op de toets kan verwachten.

De antwoorden staan bij 'Uitleg'. Dan kun je het zelf nakijken. 

Lees op de volgende dia eerst hoe je een vraag moet antwoorden.

H2 Oefentoets

De vragen die je krijgt noemen we 'toepassingsvragen'. Dit betekent dat je iets moet gaan doen met de stof die je geleerd hebt. 

Dit doe je door bronnen te lezen en daar dus je kennis aan te koppelen. Hoe doe je dat?

1. Lees eerst de vraag

2. Bekijk/lees dan de bron

3. Beantwoord de vraag. Als je een bron moet gebruiken schrijf je: In de bron lees/zie ik...

4. Bekijk of je echt antwoord hebt gegeven op wat er gevraagd wordt en of je de bron gebuikt hebt in je antwoord

1. Lees de bron (klik rechts) en
beantwoord de vragen hieronder:
a. Van welk bedrijf was het schip uit de bron?
b. Welk begrip past bij de bron? Waarom kies je hiervoor? Gebruik de bron in je antwoord.

2. Bekijk de bron (klik rechts) en
beantwoord de vragen hieronder:
a. Welke gebeurtenis zie je hiernaast afgebeeld?
b. Lees de stelling: De aanval die je op de afbeelding ziet, was een groot succes.
Ben je het met de stelling eens, of niet? Leg je mening uit.

3. Bekijk de tekst (klik hiernaast).
Vul de lege antwoord in (1 t/m ).

Wat was het idee van de verlicht denker Rousseau? Leg dat hieronder uit.

Wat was het idee van de verlicht denker Montesquieu? Leg dat hieronder uit.

Hoe heet de manier van regeren van de Franse koning?

1. Resolutisme
2. Radicalisme
3. Fantasisme
4. Absolutisme

De Franse samenleving was ingedeeld in drie standen. Welke groep is geen aparte stand?

1. Geestelijken
2. Rijke burgers
3. Adel
4. De bevolking (geen adel of geestelijken)

Welke woorden passen bij welke stand?

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

Boeren

Adel

Bisschop

Koning

Geestelijken

Rijke burger

Hertog

Handelaar

Paus

De afbeelding hiernaast is een sportprent over de standenmaatschappij. Je ziet drie mannen. 

De onderste man moet op zijn handen en knieën de andere twee mannen op zijn rug dragen. 

De drie mannen staan voor de drie standen. Welke stand is welk man?

Sleep het nummer van de stand naar de juiste plek in de afbeelding. 

1

2

3

Wat moest de derde stand doen wat de eerste en tweede stand niet hoefde te doen?

Waarom besloot koning Lodewijk de 16e de belasting te verhogen?

De derde stand kon het niet betalen. Wat deed de koning om tot een oplossing te komen?

Er veranderde uiteindelijk niets. Waarom niet?

Wat wilden de Franse burger niet bereiken met deze revolutie?

1. Vrijheid
2. Gelijkheid
3. Einde van de armoede
4. Een nieuwe koning

Leg nu in je eigen woorden uit waarom de bevolking de Franse revolutie startten.