Les 2: werkwoordspelling

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Werkwoordspelling +/- 15 min.
Zelfstandig werken of extra uitleg +/- 30 min.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Werkwoordspelling +/- 15 min.
Zelfstandig werken of extra uitleg +/- 30 min.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  1. uitleggen hoe je de persoonsvorm in de zin kan herkennen,
  2. herkennen en uitleggen met welk taalonderdeel jij de meeste moeite hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelvoorkomende fouten
Taalfouten: grammatica, samenstellingen, verkeerd woordgebruik

Stijlfout: contaminatie, pleonasme, tautologie, foutieve samentrekking/verwijzing,  zeugma, malapropisme 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet goed gespeld?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: steund. Dit moet zijn: steunt.
(Het hele werkwoord: steunen. De stam: steun)
Bron: Taalfouten spotten.

Heb je moeite met werkwoordspelling?

  1. Schrijf een werkwoord schema uit. 
  2. Laat het controleren door een medestudent/docent.
  3. Pas het schema toe op de tekst die je hebt geschreven. 

Heb je weinig tot geen moeite met werkwoordspelling?

Controleer of werk bij: 
- Jouw cv
- Jouw motivatiebrief (voor stage)
- Opdracht politiek burgerschap
 

timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kampvuur ... (branden)
nog zachtjes.
A
branden
B
brandt
C
brant
D
brand

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ... (vinden) je het moeilijk?
A
vint
B
vind
C
vindt
D
vinden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg mij nog één keer uit
wat je .... (bedoelen)
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld
D
bedoelen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier ...... (gebeuren) nooit iets.
A
gebeuren
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurd

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De trainers ..... (bepalen) of je
reservespeler bent.
A
bepaalt
B
bepaald
C
bepalen
D
bepaaldt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak uit het werkboek minimaal zes opdrachten uit 
hoofdstuk 3: taalverzorging. 

Kies het onderdeel uit waar jij de meeste moeite mee ervaart.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga zelfstandig verder met een van de volgende opdrachten:

- Jouw cv
- Jouw motivatiebrief (voor stage)
- Opdracht politiek burgerschap

HW: Zes opdrachten WB hoofdstuk 3: taalverzorging (kies hetgeen waar je de meeste moeite mee ervaart).
Of

Kom vooraan zitten als je ergens wat extra uitleg over wilt.

timer
30:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  1. Open een tekst die je zelf geschreven hebt (bijv.: een verslag, sollicitatiebrief, brief aan de coach).
  2. Controleer de tekst eerst zelf op taalfouten. Schrijf op wat voor soort fout het is. 
  3. Wissel de tekst daarna uit met diegene die naast je zit en voer stap 2 opnieuw uit.
  4. Verbeter samen de fouten.
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  1. uitleggen hoe je de persoonsvorm in de zin kan herkennen,
  2. herkennen en uitleggen met welk taalonderdeel jij de meeste moeite hebt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies