H1 1.3 + 1.4 Wat heb je geleerd?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

H1 par. 1.3 + 1.4

Wat heb je geleerd?

Juist of onjuist?
Een begroting maak je altijd vooraf.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is budgetteren?

1. Zorgen voor meer inkomsten
2. Minder geld uitgeven
3. Inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen

Onder welke inkomensvorm valt zakgeld?

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit bezit
3. Overdrachtsinkomen
4. Inkomen in natura.

Onder welke inkomensvorm valt loon?

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit bezit
3. Overdrachtsinkomen
4. Inkomen in natura.

Geef een voorbeeld van
'inkomen uit bezit'.

Een nieuwe telefoon hoort bij de ...

1. huishoudelijke uitgaven.
2. incidentele uitgaven.
3. vaste lasten.

Het abonnement van de telefoon hoort bij de ...

1. huishoudelijke uitgaven.
2. incidentele uitgaven.
3. vaste lasten.

Benzine tanken hoort bij de ...

1. huishoudelijke uitgaven.
2. incidentele uitgaven.
3. vaste lasten.

Je krijgt € 5 zakgeld per week.
Hoeveel is dat per maand?

1. € 20
2. meer dan € 20
3. minder dan € 20

Wat is inflatie?

1. Stijging van de prijzen
2. Daling van de prijzen
3. Stijging van de koopkracht
4. Het geld wordt meer waard

Wat is koopkracht?

1. Hoeveel inkomsten je hebt
2. De hoeveelheid producten die je kunt kopen
3. Hoeveel spaargeld je hebt
4. Hoeveel euro's je kunt uitgeven

De koopkracht is afhankelijk van ...

1. het prijsniveau en je behoeften
2. je inkomsten en je uitgaven
3. je inkomsten en je behoeften
4. je inkomsten en het prijsniveau

Wat gebeurt er met de koopkracht als er sprake is van inflatie?

1. De koopkracht blijft gelijk
2. De koopkracht neemt toe
3. De koopkracht neemt af

Wat gebeurt er met de koopkracht als:
loonstijging = 4% én
inflatie = 5%?

1. De koopkracht blijft gelijk
2. De koopkracht neemt toe
3. De koopkracht neemt af

Met welke formule bereken je een stijging of daling in procenten?

1. (nieuw - oud ) : nieuw x 100
2. (oud - nieuw) : nieuw x 100
3. (nieuw - oud ) : oud x 100
4. (oud - nieuw) : oud x 100