3T2 Vakjargon

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom 

Klas 3T1 bij deze LES van mevrouw de Groot

Vandaag

• Enquête voor de bibliotheek over "Leesvaardigheid"
  
  Blok 2 Vakjargon: 
• Zelfstandig aan de slag met opdracht 4, 5, 6, 7 
• Gezamenlijk aan de slag met opdracht 8
• Klassikaal opdracht 1, 2 en 3

Enquête van de Bibliotheek over:

Leesvaardigheid

Kopieer en plak de link:

https://www.mdbos.nl/MdBosPortal/VQ/BpS3T4

Code: BpS3T4 

Lesdoelen Over taal blok 2

• Je weet wat vakjargon is en kan voorbeelden noemen.
• Je leert een aantal spreekwoorden en uitdrukkingen die vakjargon bevatten.

Wat denk jij dat er bedoeld wordt met vakjargon/vaktaal?

Schrijf het in de chat.

We gaan zo twee filmpjes kijken

Maak voor jezelf aantekening over wat jou opvalt en welke vakjargon hier wordt gebruikt.

0

Wat valt je op bij deze filmpjes?

Welke vakjargon wordt hier gebruikt?

Schrijf het in de chat.

Zelfstandig aan de slag

Opdracht  4,5, 6, 7 Bladzijde 94, 95 maken.
Nadenken over opdracht 8.

Klaar?

Foto sturen.

Niet klaar? 

Zorg dat dit voor vrijdag af is.

Opdracht 8 Woordenlijst met vakjargon

Denk voor jezelf na over welke woorden erbij bepaalde beroepen horen. 

Welk vakjargon ga jij later spreken?

Laat het weten in de chat.

Vakjargon Kok

Supermarktmedewerker

Vakjargon Buschauffeur

Vakjargon Verpleegkundige

Opdracht 1

1. Zwakt af:
   
2. Verklaring:
   
3. Bovendien:
   
4. Handelen:
   
5. Voornaamste:
   

6. Inhoud:

7. Weergeven:

8. Benadrukken:

9. Toelichting:

10. Vorm:

Opdracht 2:

1. Plek met voorzieningen:

2. Klein van opzet:

3. Ellendig, hartverscheurend:

4. Inentingen:

5. Onverwachte problemen als gevolg van iets anders:

6.  Doeltreffend, met het gewenste effect:

7. Scheikundige stoffen:

8. Waarbij je op elkaar reageert: 

9. Pas ontstaan:

10: Stof, materie: 

Opdracht 3 Bijvoeglijk naamwoord

Schrijf in de chat de 4 bijvoeglijke naamwoorden van de volgende woorden op:

1. Effect 

2. Interactie

3. Schrijnt

4. Op kleine schaal

Feedback:
1. Wat heb je deze les geleerd?
2. Wat vond je van deze online les?
3. Wat is voor jou het verschil tussen deze online les of een klassikale les van het vak Nederlands?
4. Noteer 3 tips en 3 tops van deze les.