Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Persoonsvorm/onderwerp
Persoonsvorm
De
persoonsvorm
is altijd een werkwoord.
Een
werkwoord
geeft aan wat er wordt gedaan.
Bijvoorbeeld:
lopen, fietsen of lezen.
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Persoonsvorm
De
persoonsvorm
is altijd een werkwoord.
Een
werkwoord
geeft aan wat er wordt gedaan.
Bijvoorbeeld:
lopen, fietsen of lezen.
Slide 1 - Tekstslide
Persoonsvorm
Er zijn drie manieren waarop je de persoonsvorm kunt vinden in een zin.
De zin vragend maken.
De zin in een andere tijd zetten.
Het veranderen van het getal van de zin.
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeelden
Pietje
gaat
naar de gymles.
Pietje
ging
naar de gymles.
Pietje
loopt
naar de Jumbo.
Pietje
liep
naar de Jumbo.
Wie
heeft
er honger?
Wie
had
er honger.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond
Slide 4 - Quizvraag
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
A
Een persoon
B
Geen werkwoord
C
Altijd een werkwoord!
D
Een voltooid deelwoord
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
'In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.'
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Sturen jullie ook altijd Kerstkaarten?
A
jullie
B
Kerstkaarten
C
Sturen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is in de onderstaande zin het hele werkwoord?
Het publiek moest lang op de huldiging wachten.
A
moest
B
wachten
C
het publiek
D
de huldiging
Slide 9 - Quizvraag
Onderwerp
Je kunt het
onderwerp
in de zin vinden door eerst de persoonsvorm te vinden in de zin.
Als je de
persoonsvorm
gevonden hebt in de zin kun je de volgende vraag stellen:
Wie/wat + persoonsvorm?
Slide 10 - Tekstslide
Onderwerp
Pietje
geeft een presentatie
Geeft
Pietje
een presentatie?
Stel de vraag: wie of wat + persoonsvorm.
Wie geeft een presentatie?
Onderwerp:
Pietje
Slide 11 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp?
A
aan wie/ voor wie
B
wie/ wat+ wwg
C
alle werkwoorden in de zin
Slide 12 - Quizvraag
Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Hij gaat naar de fietsenmaker.
A
hij
B
gaat
C
naar
D
de fietsenmaker
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp uit deze zin:
Ik loop naar beneden.
A
ik
B
naar
C
loop
D
beneden
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 17 - Quizvraag
Het onderwerp is altijd een persoon.
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
Ik kan de persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
Meer lessen zoals deze
Persoonsvorm/onderwerp
Juni 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
grammatica opstart
Maart 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Grammatica - vmbo - blok 3
September 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Grammatica - mavo- blok 3
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
grammatica opstart
September 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Grammatica - basis/kader- blok 1.7
December 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Herhaling: Werkwoordsvormen pv ond verwijswoorden
Maart 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
0609 T2 grammatica opstart
September 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3