H4 Natuurrampen in Japan Oefentoets proefwerk

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:  Je weet wat de Ring van Vuur is.
Je weet welke natuurrampen regelmatig voorkomen in Japan.
Je weet waardoor aardbevingen en vulkanen voorkomen in Japan.

Opdrachten:  
Je kunt de onderdelen benoemen van een vulkaan (W6).
Je kunt beschrijven hoe een aardbeving ontstaat.
Je weet dat de aardkorst bestaat uit bewegende platen.

Basisboek:  B97 Endogene en exogene krachten B100 Platen en breuken  B102 Vulkanisme (alleen het driehoekje)

Begrippen  aardbeving, aardkorst, lava, magma, natuurramp, plaat, vulkaan  aardkorst, breuk, convectiestroom, endogene kracht, exogene kracht, krater, lava, magma, natuurlijke factor, plaat




























Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 2 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je weet hoe een tsunami ontstaat.
Je weet waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt.
Je weet wat de gevolgen zijn van een tsunami.

Opdrachten:
Je kunt de fasen van het ontstaan van een tsunami beschrijven aan de hand van een tekening (W7).

Basisboek:  figuur 4.7  B106 Aardbeving (alleen het driehoekje en het rondje)
B107 Schaal van Richter
B109 Tsunami

Begrippen : aardbeving, plaat, schaal van Richter, tsunami, zeebeving  aardbeving, epicentrum, hypocentrum, schaal van Richter, seismoloog, tsunami, zeebeving








































Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 3 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:  Je weet dat er drie soorten bewegingsrichtingen van platen zijn.
Je kunt beschrijven hoe de vulkaan de Aso is ontstaan.
Je kunt beschrijven hoe het landschap van de caldeira van de Aso eruitziet.
Je weet wat de voordelen kunnen zijn van vulkanisme.

Opdrachten:  Je kunt het ontstaan van een caldeira beschrijven.
Je kent de kenmerken van platen.
Je kunt beschrijven hoe platen bewegen.

Basisboek: figuur 4.4   B102 Vulkanisme (alleen het driehoekje) B103 Soorten vulkanen

Begrippen
Theorie: caldeira, lava, magma, magmakamer, mid-oceanische rug, plaat, warmwaterbron
Basisboek: caldeiravulkaan, eruptie, krater, kratermeer, lava, magma, schildvulkaan, stratovulkaan, vulkaan






















































Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je weet wat rampenbestrijding is.
Je weet uit welke drie soorten maatregelen rampenbestrijding bestaat.
Je weet waaraan je een mogelijke vulkaanuitbarsting en een tsunami kunt herkennen.
Je weet hoe je de gevolgen van een aardbeving kunt beperken.
Je weet wat het verband is tussen ontwikkelingspeil en rampenbestrijding.

Opdrachten:
Je weet dat er verschil in schade en slachtoffers is bij rampen in laagontwikkelde, gemiddeld ontwikkelde en hoogontwikkelde landen.

Begrippen
Theorie: aardbeving, evacueren, magma, rampenbestrijding, seismoloog, tsunami, vulkaan, vulkanoloog, zeebeving
Basisboek: cirkeldiagram




















































Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor natuurramp is hier geweest?
A
Vulkaanuitbarsting
B
Orkaan
C
Aardbeving
D
Zeebeving

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke schaal wordt de kracht
van aardbevingen gemeten?
A
Schaal van Richter
B
Schaal van Köppen
C
Schaal van Buys Ballot
D
Schaal van Swifter

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Tegelijk met de lava komen er stenen, as en giftige dampen uit de vulkaan
De ene plaat duikt onder de andere plaat en die smelt
De magmakamer wordt gevuld en de magma komt hoger in de kraterpijp
De magma die ontstaat stijgt naar boven.

Slide 9 - Sleepvraag

TIJDLIJN-SLEEPVRAAG
Dit is een tijdlijn sleepvraag, de tekst is vrij aan te passen. Om een sleepvraag aan een doel te verbinden klik je op de blauwe knop bij de vraag naar keuze. 
Welk gevolgen horen bij een vulkaanuitbarsting?
1 Dat er tegelijkertijd ook een aardbeving ontstaat.
2 Deze ramp kan je van tevoren zien aankomen
3 Verstoringen in het vliegverkeer door as(wolken)
4 Deze ramp leidt tot veel slachtoffers.
A
Cijfer 2 en 3
B
Cijfer 1, 2 en 4
C
Cijfer 1 en 4
D
Cijfer 1 en 3

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Magma
Kraterpijp
Lava
Aswolk
Krater

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komen er in Nederland minder natuurrampen voor dan in Japan?
A
Nederland ligt op de grens van platen, Japan niet.
B
Nederland is rijker dan Japan en kan de gevolgen van natuurrampen dus beter beperken.
C
Nederland heeft geluk, Japan heeft pech.
D
Japan ligt dichterbij plaatgrenzen en Nederland niet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je van de buitenkant naar de binnenkant zou gaan door de aarde, welke lagen kom je dan tegen in de goede volgorde?
A
Mantel, kern, aardkorst
B
Aardkorst, mantel, kern
C
Kern, mantel, aardkorst
D
Aardkorst, kern, mantel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aardbevingen in Groningen komen door platentektoniek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip scheidt aardplaten van elkaar?
A
breuk
B
Continentale plaat
C
Oceanische plaat
D
platentektoniek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De Mantel
D
Lava

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschap voor aardbevingen is....
A
Speleologie
B
Meterologie
C
Seismologie
D
Vulkanologie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aardbevingen zonder vulkanen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen en gebergtevorming

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen hoge vulkanen
B
Onderzees gebergte en lichte aardbevingen
C
Alleen zware aardbevingen
D
Hoge vulkanen en lichte aardbevingen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet de Schaal van Richter
A
vulkaanuitbarstingen
B
aardbevingen
C
geologische tijdschaal

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De plaats in de aardkorst waar een aardbeving ontstaat heet:
A
magmakamer
B
epicentrum
C
hypocentrum
D
plaatbreuk

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat ontstaat hier?
A
aardbeving
B
stratovulkaan
C
midoceanische rug
D
orkaan

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 platentektoniek 
Convergent
Twee continentale platen botsen.
Convergent
Een continentale plaat botst met een oceanische plaat.
Subductie
divergent
Twee platen gaan uit elkaar
transforme
Twee platen gaan langs elkaar

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn signalen dat een vulkaan gaat uitbarsten?
A
Gas
B
Aardbevingen
C
Gloeiend magma
D
Grond is vruchtbaar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou er in landen met een hoog ontwikkelingspeil (rijke landen) minder schade zijn door rampen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de buitenste laag van de aarde?
A
Buiten aarde
B
Continent
C
Aardkorst
D
Platentektoniek

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de beweging van taai vloeibaar gesteente in de aardmantel?
A
Stromingen
B
Lavastroming
C
Platentektoniek
D
Convectiestromen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de naam naar het juiste onderdeel in de afbeelding.
Binnenkern
Mantel
Buitenkern
Aardkorst

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oorzaak voor het verschuiven van de aardplaten?
A
De platen liggen los en drijven op de oceanen.
B
De platen drijven op de stroming van de mantel.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de scheuren in de aardkorst genoemd?
A
scheurlijnen
B
lijnen
C
breuken
D
breuklijnen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke plaat is zwaarder?
A
Oceanische plaat
B
Continentale plaat

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Convergent
Transform
Divergent
Aardbevingen
Stratovulkaan
Schildvulkaan

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen magma en lava?
A
Magma zit in de aarde en lava ligt op de aarde.
B
Magma ligt op de aarde en lava zit in de aarde.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een slapende en actieve vulkaan?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stratovulkaan
Schildvulkaan
Caldeira Vulkaan

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het epicentrum naar de juiste plek.
Epicentrum

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als twee platen langs elkaar bewegen, dan ontstaat er alleen een....
A
gebergte
B
vulkaan
C
trog
D
aardbeving

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de plek waar de aardbeving het oppervlakte bereikt?
A
Hypocentrum
B
Epicentrum

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De plaats in de aardkorst waar een aardbeving ontstaat heet een:
A
magmakamer
B
epicentrum
C
Aardbevingshaard
D
plaatbreuk

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waneer ontstaat een Mid-oceanische rug?
A
als twee oceanische platen uit elkaar bewegen
B
Als twee continentale platen naar elkaar toe bewegen
C
Als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt
D
Als twee platen langs elkaar heen bewegen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Endogeen of exogeen?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endogeen of exogeen?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de begrippen bij de juiste uitleg.
Het bewegen van de aardplaten door de convectiestromen in de aardmantel
Stromingen in de magma die zich bevinden in de aardmantel.
Het vloeibare gesteente in de aardmantel dat rondom de aardkern stroomt.
Krachten die vanuit het binnenste van de aarde komen
Convectiestromen
Magma
Plaattektoniek
Endogene krachten

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies