In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4 Steden
Samenvatting en quiz
Slide 1 - Tekstslide
Stad
Dorp
Slide 2 - Tekstslide
Ontstaan van de stad
Mensen gaan bij elkaar in de buurt wonen
Wegen worden aangelegd (infrastructuur)
Er komen een aantal winkels
De stad krijgt voorzieningen
(In de middeleeuwen: een stadsmuur)
Voor een betere bereikbaarheid komt er een station, meestal aan de rand
Bedrijven en fabrieken komen naar de stad
Vanwege ruimtegebrek begint men met hoogbouw
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
wat was de belangrijkste functie van de middeleeuwse stad?
A
Landbouw
B
Werk
C
Handel op de markt
D
Bouwen van huizen
Slide 6 - Quizvraag
Een ander woord voor verstedelijking is...
A
Urbanisatie
B
Gentrificatie
C
Suburbanisatie
D
Nieuwbouw
Slide 7 - Quizvraag
Waar/Niet waar In dorpen vind je vooral hoogwaardige voorzieningen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Waar/Niet waar Een universiteit is een voorbeeld van een hoogwaardige voorziening
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
De stad tijdens de industriële revolutie
Uitvinding stoommachine -> Bouw van fabrieken in de stad-> Explosieve groei stadbewoners -> Verstedelijking
Slide 10 - Tekstslide
Snelle groei? Problemen!
Ontstaan krottenwijken
Weinig tot geen sanitaire voorzieningen
Snelle verspreiding van ziektes
Slide 11 - Tekstslide
Industriële revolutie in Nederland
Kwam later op gang (eind 19e eeuw) :
Slechte woonomstandigheden
Gevolg? Gezondheidsproblemen
Oplossing > Woningwet in 1901
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
hoogbouw
veel inwoners
landbouw
natuur
voorzieningen
Stadion
lage adressen-dichtheid
relatief veel alleenstaanden
Slide 14 - Sleepvraag
Vul het juiste woord in: Verstedelijking is een ............... van de industrialisatie.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer was de Industriële Revolutie?
A
20e eeuw
B
19e eeuw
C
18e eeuw
D
17e eeuw
Slide 16 - Quizvraag
Beoordeel de volgende stelling. Juist of onjuist?
Door de industriële revolutie nam de suburbanisatie toe.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Paragraaf 2
Weg uit de stad?
Slide 18 - Tekstslide
Te druk in de stad?
1960: Nederlandse welvaart in de lift
Gevolg? Suburbanisatie
Korte termijn gevolg suburbanisatie:
Ontstaan eerste file's
Migratie van mensen van de stad naar het omliggende platteland
Slide 19 - Tekstslide
Lange termijn gevolg
Verpaupering in de stad
Slide 20 - Tekstslide
Suburbanisatie
Veel mensen en bedrijven verlieten de stad
Slide 21 - Tekstslide
Gentrificatie
Maar niet iedereen verliet de stad:
Studenten, kunstenaars, jonge werkende mensen bleven graag
Het Honigcomplex in Nijmegen. De voormalige Honigfabriek is tot 2022 dé nieuwe hotspot in Nijmegen. Het karakteristieke complex ligt in het westen van de stad en is goed bereikbaar. Je kunt er heerlijk eten en drinken, sporten, winkelen, muziek maken en veel meer. Je vindt er kunst, cultuur en er worden wekelijks kleine en grote evenementen georganiseerd.
(Gentrification) Bewoners knappen hun woning of een stadsdeel op om hun wijk aantrekkelijker te maken, waardoor de woningprijzen stijgen
Slide 22 - Tekstslide
Urbanisatie
Suburbanisatie
Re-urbanisatie
1980: jongere / rijkeren trekken terug naar de stad daar zijn de voorzieningen
1850: mensen trekken naar de stad voor werk
1960: mensen trekken weg uit de stad voor rust en grotere huizen
Slide 23 - Sleepvraag
Opvullen van open plekken in de stad
Verhuizen van stad naar platteland
Het afbreken van gebouwen en vervangen door nieuwbouw
Aantal woningen per ha
compacte stad
Suburbanisatie
Sanering
Woningdichtheid
Slide 24 - Sleepvraag
Paragraaf 3 De Arabische stad
Slide 25 - Tekstslide
Opbouw van de Arabische stad
De opbouw van de Arabische stad is te vergelijken met de Europese stad:
Medina: Dit is de Middeleeuwse binnenstad met een markt (Souk).
Ville Nouvelle: Nieuwe wijken, die zijn aangelegd voor de rijkere mensen die de binnenstad wilden ontvluchten (suburbanisatie).
Het treinstation is, net als in Europese steden, naast
de binnenstad gebouwd. De binnenstad was er namelijk
al toen de treinverbindingen werden aangelegd.
Slide 26 - Tekstslide
Wat is een medina?
A
Het oude centrum van een Arabische stad
B
Het moderne centrum van een Arabische stad
C
De hoofdstad van Egypte
D
Een sloppenwijk
Slide 27 - Quizvraag
Medina
Ville Nouvelle
Rechte brede straten
Slide 28 - Sleepvraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Afgeschermde en bewaakte woonwijk in de stad
A
Gentrification
B
Medina
C
Gated community
D
Verpaupering
Slide 29 - Quizvraag
Tussen welke groepen is er GEEN sprake van ruimtelijke segregatie in de medina?
A
Verschillende ambachten
B
Rijk en arm
C
Christenen, joden en immigranten
D
Jong en oud
Slide 30 - Quizvraag
Paragraaf 4
Gegevens verzamelen en classificeren
Slide 31 - Tekstslide
Gegevens weergeven in een kaart noemen we ook wel:
A
interpreteren
B
verzamelen
C
karteren
D
classificeren
Slide 32 - Quizvraag
Bij .......... gegevens gebruik je steeds donkerder kleuren (bijvoorbeeld lichtgeel, geel, oranje rood, donkerrood)
A
kwantitatieve
B
kwalitatieve
Slide 33 - Quizvraag
Gegevens indelen in groepen of klassen noemen we ook wel: