Les 1

WATER
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WATER

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Leerdoelen (5 min)
Introductie (5 min)
Uitleg 'soorten water' (5 min)
Werkblad 'toestanden van water' (10 min)
Uitleg 'vormen van water' + nakijken werkblad (5 min)
Opdracht: herhaling 'Waterkringloop' (5 min)
Werkblad 'Waterbalans' + nakijken (10 + 5 min)
Afsluiting  (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
1. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen;
2. kun je de verschillende vormen, toestanden en de overgangsvormen van water benoemen + herkennen op een afbeelding;
3. kun je de 5 stappen van de waterkringloop noemen en tekenen (=herhaling);
4. kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'waterbalans' en op een satellietfoto herkennen of deze positief of negatief is (=herhaling).

Slide 5 - Tekstslide

Introductie: 2 soorten water
Welk bekertje pak je?
Bekertje 1
Bekertje 2

Slide 6 - Tekstslide

Op je wisbordje:
Welk water is geschikt voor mens, dieren en planten
(dus ook gewassen?)
A
Zoet
B
Zout

Slide 7 - Quizvraag

Van al het water op aarde is 97,5% zout en 2,5% zoet.
De toets en het examen gaan over zoetwater. En alleen over zoetwater!!!

Slide 8 - Tekstslide

Maar...
Van al het zoete water op aarde (wat dus al heel weinig is), is maar 1% bruikbaar!
Dat is dus nog veel minder!

Slide 9 - Tekstslide

Stel je hebt 1000 liter water?
a) Hoeveel liter van die 1000 liter is zoet?
b) Slechts 1% van dat zoete water is bruikbaar. Hoeveel liter is er bruikbaar?

Slide 10 - Tekstslide

Op je wisbordje:
Er is weinig zoetwater op aarde.
Maar er zijn wel 8 miljard mensen die water nodig hebben.
Hoe gaan we dit probleem oplossen?

Slide 11 - Open vraag

Soms mengt zoetwater met zoutwater. 
Dit mengsel noemen we brakwater.
Bijvoorbeeld waar een rivier (=zoetwater) in de zee stroomt (=zoutwater)

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
1. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;
2. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;
3. kun je de 5 stappen van de waterkringloop noemen en tekenen;
4. kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'waterbalans' en op een satellietfoto herkennen of deze positief of negatief is (=herhaling).

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- werkblad 'toestanden van water en de overgangen'

Hoe: met de groep 

Hulp: geen

Tijd: 10 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2
Aan het werk- groep 2

Wat: 
- werkblad 'toestanden van water en de overgangen'

Hoe: met de groep 

Hulp: docent + groepsgenoten + paragraaf 3.1

Tijd: 10 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Water: toestanden, vormen en overgangen
Water komt voor in 3 toestanden en vormen:


Toestand
Vorm
Vast
IJs
Vloeibaar
Water
Gas
Waterdamp*
Vast = ijs
Vloeibaar = water
* Bedenk je goed dat je waterdamp eigenlijk niet kunt zien!!!
Gas = waterdamp*

Slide 15 - Tekstslide

Water: toestanden, vormen en overgangen
Wanneer water overgaat in een andere fase heeft dit ook een naam:


Overgang
Naam
Vast naar vloeibaar =
smelten
Vloeibaar naar gas = 
verdampen
Gas naar vloeibaar =
condenseren
Vloeibaar naar vast = 
stollen

Slide 16 - Tekstslide

Verdamping
Condenseren
Smelten
Vloeibaar -> gas
gas -> vloeibaar
Vast -> vloeibaar

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les
1. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;
2. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;
3. kun je de 5 stappen van de waterkringloop noemen en tekenen (=herhaling);
4. kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'waterbalans' en op een satellietfoto herkennen of deze positief of negatief is (=herhaling).

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk


Wat: 
Op je wisbordje ->
- Teken de 'waterkringloop'
- Zet de volgende woorden op de juiste plaats in je tekening: 
Infiltratie - Verdamping - Afstroming - Condensatie

Hoe: alleen en zonder te praten! 

Hulp: geen -> dit is herhaling van hoofdstuk 1!

Tijd: 5 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

De waterkringloop in stappen
Stap 1: de zon schijnt en verwarmt het water (van de zee);
Stap 2: het (zee)water verdampt en de waterdamp stijgt op;
Stap 3: hoog in de lucht is het kouder en condenseert de waterdamp tot wolken;
Stap 4: uit de wolken valt neerslag (regen, hagel, sneeuw) terug in de zee, of...
Stap 5: de neerslag stroomt af via rivieren naar de zee of zakt in de grond (= infiltratie) en stroomt zo terug naar zee.

paars = de korte waterkringloop
zwart = de lange waterkringloop


Slide 20 - Tekstslide

De waterkringloop in stappen

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les
1. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;
2. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;
3. kun je de 5 stappen van de waterkringloop noemen en tekenen (=herhaling);
4. kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'waterbalans' en op een satellietfoto herkennen of deze positief of negatief is (=herhaling).

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- Werkblad 'waterbalans' 
- Alle vragen

Hoe: tweetallen 

Hulp: geen

Tijd: 10 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2

Let op: we gaan de opdrachten na 10 minuten nakijken, dus zorg dat je op tijd klaar bent!
Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Werkblad 'waterbalans' 
- Niet: opdracht 4

Hoe: met de groep 

Hulp: docent + groepsgenoten + paragraaf 1.6

Tijd: 10 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2

Let op: we gaan de opdrachten na 10 minuten nakijken, dus zorg dat je op tijd klaar bent!
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Afronding
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je meegedaan?
Huiswerk

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les
1. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;
2. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen benoemen + herkennen op een afbeelding;
3. kun je de 5 stappen van de waterkringloop noemen en tekenen (=herhaling);
4. kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip 'waterbalans' en op een satellietfoto herkennen of deze positief of negatief is (=herhaling).

Slide 25 - Tekstslide

Op je wisbordje: wat moet je nu kennen?
1. Het examenonderdeel 'water' gaat over ... water.
2. Op aarde is zoveel procent van al het water zoet ...

3. De overgang van vast naar vloeibaar water heet ....
4. De overgang van vloeibaar water naar gas heet ...

5. De motor achter de waterkringloop is .....

6. De 'formule' voor de eenvoudige waterbalans luidt:....
7. Door deze twee oorzaken zal er in de toekomst steeds minder water beschikbaar zijn ... + ...

 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Huiswerk
Werkboek blz. 102 maken vraag 1 + 2
Werkboek blz. 106 en 107 maken vraag 1 + 5 

Meenemen Chromebook!!!

Slide 28 - Tekstslide