...kun je de belangrijkste info uit een film begrijpen.
...ken je woorden die te maken hebben met plekken en activiteiten.
Slide 3 - Tekstslide
Presentie
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Nederlands voor het bijv. naamwoord, maar in het Frans er achter.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de algemene regel voor de vorm van het bijvoeglijk naamwoord? Vul de tabel in:
Slide 6 - Tekstslide
Waar moet je qua vorm opletten bij het bijv. naamwoord?
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een -e in de basisvorm, dan komt er GEEN extra -e bij: un garçon timide > une fille timide, des filles timides.
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een -s in de basisvorm, dan komt er GEEN extra -s bij: le jean gris > les jeans gris
Slide 7 - Tekstslide
Welke vormen zijn onregelmatig?
bon, beau, nouveau en vieux. Qua vorm.
bijvoeglijke naamwoorden die een onregelmatige vrouwelijke vorm hebben en die eindigen op:
-ien: italien > italienne
-eux: heureux > heureuse -if: sportif > sportive
Slide 8 - Tekstslide
De plaats
Welke 12 bijvoeglijke naamwoorden staan altijd voor het zelfstandig naamwoord en volgen dus NIET de algemene regel qua plaats?
bon, dernier, nouveau
grand, joli, mauvais
petit, jeune, long
premier, vieux, beau
Slide 9 - Tekstslide
Vocabulaire E
We lopen samen even de woordjes van vocabulaire E door op p.49.
Welke woorden ken je al? Arceer blauw.
Welke woorden vind je op een andere taal lijken? Arceer geel.
Slide 10 - Tekstslide
Paragraaf E
In leerjaar 3 pak je de kijkopdracht van paragraaf E net even anders aan. Je mag namelijk zelf kiezen welke kijkopdracht jij maakt. Kies uit, daarna gaan we samen naar het filmfragment kijken:
Slide 11 - Tekstslide
Au travail
Jullie gaan nu oefenen met de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord én de plaats.
maak:
- ex. 20a, b
- ex. 21a, b
Klaar? Slim stampen E
timer
15:00
Slide 12 - Tekstslide
Afsluiting
Vertel in 1 zin waar de 'Docu' over ging.
Noem twee woorden die te maken hebben met paragraaf E.