1. De Republiek (de Nederlanden) de Spaanse koning
Filips II is ook koning van de 'provincie'
de Republiek en voert
centralisatie in (alle macht in Madrid). De edelen in
de Republiek zijn het hiermee oneens en komen in Opstand (
80-jarige-oorlog).
2. Engeland: Koning Karel I wil ook absolute macht, maar ook in dit land komt de adel in het Parlement in opstand. Deze oorlog verliest de katholieke Karel I en hij wordt onthoofd. Gevolg is dat Karel I nooit een absoluut vorst wordt.
De latere katolieke koning Jacobus II (1685-1688) is ook niet geliefd bij het Parlement en wordt opgevolgd door de protestante Nederlander stadhouder Willem III en zijn Engelse vrouw Mary II. Deze machtsovername heet ook wel de Glorious Revolution.
3. Frankrijk: het allerbeste voorbeeld van absolutisme is koning Lodewijk XIV (1638-1715). Hij zorgt ervoor de belangrijkste adel dichtbij hemzelf in zijn paleis van Versailles (zie achtergrond) is. De koning houdt de adel bezig met feesten en optredens, zodat zij zich niet gaan bemoeien met het besturen of in opstand kwamen.
In 1598 zorgt het Edict van Nantes voor godsdienstvrijheid in Frankrijk. Lodewijk XIV is zelf fel katholiek en vindt dat iedereen katholiek moet zijn. Daarom verscheurt hij het Edict in 1685, waarna 50.000 hugenoten (protestanten) vluchten naar Nederland.