Herhaling ecologie V5 aangepast

Herhaling ecologie V5
Hoofdstuk 15
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling ecologie V5
Hoofdstuk 15

Slide 1 - Tekstslide

In 2020 hadden we naast COVID-19 nog een andere ramp: de Australische bosbranden, waarbij naar schatting 60.000 koala's overleden. Al zouden de populatie koala's weer volledig herstellen qua aantallen; de genetische diversiteit is afgenomen. Van welk proces is dit een voorbeeld?
A
founder effect
B
flessenhalseffect

Slide 2 - Quizvraag

Bij stikstofbinding wordt gasvormige stikstof omgezet in stikstofhoudende mineralen.

Bij welke genummerde pijl is sprake van stikstofbinding?

A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3
D
Pijl 4

Slide 3 - Quizvraag

Als het onweert kan er ook stikstofbinding optreden. In welke stof wordt stikstof gebonden?
A
ureum
B
ammonium
C
nitriet
D
nitraat

Slide 4 - Quizvraag

Om de oorzaak van de verrijking op de eilanden met graslandbegroeiing te achterhalen, is het gehalte aan de stikstofisotoop 15N op verschillende plaatsen gemeten. In lucht is de ratio 15N/14N zeer klein (0,0037). Organismen die hun stikstofverbindingen rechtstreeks opbouwen uit stikstof uit de lucht hebben ook een zeer laag 15N-gehalte in hun weefsels. In de voedselketen stijgt de ratio 15N/14N vervolgens bij elk volgend trofisch niveau. Processen die deel uitmaken van de stikstofkringloop, zijn:

1 denitrificatie, 2 nitrificatie, 3 rotting, 4 biologische stikstoffixatie, 5 fotochemische stikstoffixatie

Door welk of door welke van deze processen komt 15N uit de lucht in de voedselketen terecht?
A
Alleen 1 en 3
B
Alleen 2 en 4
C
Alleen 3 en 5
D
Alleen 4 en 5

Slide 5 - Quizvraag

Is voor nitrificatie van nitrificerende bacteriën zuurstof nodig? en voor denitrificatie?
A
alleen voor denitrificatie
B
voor zowel nitrificatie als denitrificatie
C
alleen voor nitrificatie
D
geen van beiden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is niet belangrijk bij de eilandtheorie?
A
het klimaat op het eiland
B
de afstand van het eiland tot het vasteland
C
de grootte van het eiland
D
het aantal soorten dat leeft op het eiland

Slide 7 - Quizvraag

Waarvan is de foto hiernaast een voorbeeld?
A
Populatie
B
Seksuele selectie
C
Genetic drift
D
Eilandtheorie

Slide 8 - Quizvraag

Na een ramp kunnen veel dieren uit een populatie sterven. De genetische diversiteit binnen deze populatie neemt daardoor af. Hoe noemen we dit?
A
Genetic drift
B
Foundereffect
C
Flessenhalseffect
D
Eilandtheorie

Slide 9 - Quizvraag

Validiteit betekent dat je meet wat je wilt meten.
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van symbiose?
A
Een spin die een vlieg vangt
B
Een bij die nectar uit een bloem haalt
C
Een leeuw die een gazelle vangt
D
Een eekhoorn die een noot vindt

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Een groep individuen van dezelfde familie
B
Een groep individuen van verschillende soorten
C
Een groep individuen van dezelfde leeftijd
D
Een groep individuen van dezelfde soort

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het trofisch niveau van een plant?
A
Producent
B
Carnivoor
C
Reducent
D
Consument

Slide 13 - Quizvraag

Waardoor vormen exoten gemakkelijk een plaag in sommige gebieden?
A
Geen predatoren
B
Geen concurrentie
C
Ongebruikt habitat
D
Alle 3 de genoemde opties

Slide 14 - Quizvraag

Exoten zijn altijd een probleem voor de natuur
A
Niet waar
B
Waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn invasieve exoten?
A
Dier- en plantensoorten die zich buiten hun natuurlijke leefomgeving hebben gevestigd.
B
Uitheemse dier- en plantensoorten van die door mensen gehouden worden.
C
Diersoorten die gehouden worden in bijvoorbeeld een dierentuin.
D
Inheemse dier- en plantensoorten die schade toebrengen aan de natuur.

Slide 16 - Quizvraag

Een soort is een invasieve exoot als deze..
A
...uit het buitenland komt.
B
...uit een ander leefgebied komt en zich in het nieuwe gebied voortplant.
C
...bestaande soorten bejaagt.
D
...uit een ander leefgebied komt en het nieuwe ecosysteem verstoort.

Slide 17 - Quizvraag

Welke uitspraak is
ONJUIST over een exoot?
A
Concurreert voor voedsel en nestelplekken met andere soorten in gebied
B
Komt van nature niet voor in Nederland
C
Kan andere soorten verdringen
D
Heeft geen natuurlijke vijanden

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit waarom de koolstofkringloop via de houtkachel niet gesloten is.

Slide 19 - Open vraag

Permafrost is de omschrijving:
A
van een specifiek klimaat
B
van de planten die er groeien
C
dat de ondergrond altijd bevroren is
D
van een woord die ik net verzonnen heb

Slide 20 - Quizvraag

Soms wordt er in de landbouw gebruik gemaakt van groenbemesting. Welke processen/stappen moeten plaatsvinden voordat nitraat uiteindelijk beschikbaar is voor de planten die de boer wil gaan telen?

Slide 21 - Open vraag

Sommige boeren gebruiken groenbemesting (planten met wortelknolletjes uitzaaien en omploegen) voordat ze hun echte gewas uitzetten. Waarom is dit duurzamer dan kunstmest?

Slide 22 - Open vraag

Herhaling: Waarom verdwijnt er fosfor uit de 'kringloop'
A
overbemesting
B
verwering
C
uitspoeling
D
A+B+C

Slide 23 - Quizvraag