Indien een boek niet gelezen is:
• Als tijdens het gesprek vastgesteld wordt dat een boek niet gelezen is, wordt het cijfer niet hoger dan een 5.
• Als vastgesteld wordt dat er meerdere boeken niet gelezen zijn, wordt het cijfer 4,3,2,1 naar gelang het verloop van het gesprek.
Indien alle boeken gelezen zijn:
• Het cijfer 10 wordt gegeven bij een uitmuntend gesprek met verrassende inzichten.
• Het cijfer 9 wordt gegeven als een leerling naast bovenstaande vaardigheden ook in staat is goed uitgewerkte linken tussen de thematiek van boeken te bespreken of het boek van een schrijver in zijn oeuvre kan plaatsen (relatie tussen schrijver en werk).
• Het cijfer 8 wordt gegeven als een leerling een samenhangend gesprek voert over kennis met betrekking tot de analyse en interpretatie van het literaire werk. De leerling kan het boek adequaat in zijn context en tijd plaatsen. De leerling kan verbanden tussen de thematiek van boeken voldoende duiden.
• Het cijfer 7 wordt gegeven als een leerling analysebegrippen kan onderbouwen met voorbeelden uit het boek en deze ook kan linken aan zijn leeservaring. Dit is een meer leerling gestuurd* gesprek.