In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Voorbereiding mondeling literatuur Nederlands
22/23 maart 5H, 2020-2021
Slide 1 - Tekstslide
Wat doen we deze les?
Je komt te weten hoe het mondeling is opgebouwd
Je komt te weten wel soort vragen er kunnen worden gesteld
Je gaat zelf oefenen met een aantal vragen
Slide 2 - Tekstslide
Opbouw mondeling
Je bent tenminste vijf minuten vóór het begin van het mondeling aanwezig (in de toetsweek: lok. 3013; deze week: lokaal 39; week na toetsweek: laat ik nog weten)
Eerste vijf minuten: vertel wat je in je themaonderzoek te weten bent gekomen; beargumenteer je meningen!
Daarna stel ik je vijftien minuten vragen over je gelezen boeken uit de categorieen 1) 'leesbeleving' 2) 'rondom het boek' 3) literaire begrippen'
Slide 3 - Tekstslide
Eerst een filmpje met uitleg, ook over de categorieën vragen (ca. 5,5 min.)
Maak voor jezelf aantekeningen
Het document met de voorbeeldvragen dat in het filmpje wordt genoemd, vind je in Teams
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Dan nu verder met een paar voorbeeldvragen...
Slide 6 - Tekstslide
Welk van jouw gelezen boeken vond jij het beste? Beargumenteer. Maak in je antwoord ook gebruik van de literaire begrippen.
Slide 7 - Open vraag
Welk van jouw gelezen boeken vond jij het minst goed? Beargumenteer. Maak in je antwoord ook gebruik van de literaire begrippen.
Slide 8 - Open vraag
Hoeveel tijd zit er tussen het eerstverschenen (het oudste) boek dat jij hebt gelezen en het laatstverschenen (hebt nieuwste) boek? Merk je dat de tijd waarin je boeken verschenen zijn van invloed is op de behandeling van het thema?
Slide 9 - Open vraag
Welke hoofdpersoon uit de door jou gelezen boeken vond jij het meest geloofwaardig? Leg uit en beargumenteer
Slide 10 - Open vraag
Met welke hoofdpersoon uit de door jou gelezen boeken kun jij je het meest identificeren? Leg uit en beargumenteer
Slide 11 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: a) In welke tijd speelt het? b) Waaraan merk je dat? c) Wat is de vertelde tijd? d) Is het verhaal chronologisch verteld? e) Waarom zou de schrijver deze keuzes hebben gemaakt?
Slide 12 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: a) hoe is het opgebouwd? b) verklaar de titel c) heeft je boek een motto? wat is de relatie met de inhoud van het boek?
Slide 13 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: a) wie is de schrijver? b) herken je autobiografische kenmerken in het boek? c) hoe past dit boek in het oevre van de schrijver?
Slide 14 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: a) hoe is het boek ontvangen door de literaire kritiek? b) ben jij het daarmee eens? (beargumenteer)
Slide 15 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: geef een voorbeeld van de open plekken die je in het boek bent tegengekomen. Welk effect hadden die op jou als lezer?
Slide 16 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: vind jij het terecht om dit boek 'literatuur' te noemen? Beargumenteer. Vertel daarbij ook wat je verstaat onder 'literatuur'
Slide 17 - Open vraag
Boek 1 uit je literatuurdossier: heeft dit boek jou als lezer veranderd? Beargumenteer!
Slide 18 - Open vraag
Tot slot
Wat je hiervoor hebt gezien, zijn voorbeeldvragen...
En ze kunnen ook over boek 2, 3 of 4 gesteld worden
Er kunnen dus ook andere vragen gesteld worden
En deze zullen specifieker aansluiten bij jouw boeken (deze LessonUp is algemener)