Feit, mening, argument, tegenargument / lees vaardig

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Feit, mening, argument en tegenargument 

Inhoud:

- Theorie feit, mening, argument en tegenargument

- Toepassen theorie in een debat 

- Maken opdracht 25

- Evalueren 

Feit, mening, argument en tegenargument 

lesdoelen: 

- Ik weet wat feiten, meningen (standpunten), argumenten en tegenargumenten zijn

- Ik kan (verschillende soorten) argumenten gebruiken om een standpunt te onderbouwen 

- Ik kan feiten, argumenten en tegenargumenten in een tekst herkennen.

Lees 6.1 (blz. 203)

Wat moet je weten: 

- feit 

- mening (standpunt) 

- argument 

- tegenargument 

Een feit

Een mening/ standpunt

Een argument

Een tegenargument

https:

Soorten argumenten

- feit

- onderzoek/ wetenschap 

- normen en waarden 

- vermoedens 

- geloof of overtuiging 

- gezag/ autoriteit 

- nut 

Het bezoek aan Kamp Westerbork is niet nodig.

- denk goed na over je argument

- reageren = staan

- reageren op een ander 

- respectvol 

- eens/ oneens/ er tussen in

Het WK Vrouwenvoetbal moet meer aandacht krijgen in Nederland. 

- denk goed na over je argument

- reageren = staan

- reageren op een ander

- respectvol 

- eens/ oneens/ er tussen in

Maken 

- opdracht 25

- gebruik argumenten 

Feit, mening, argument en tegenargument 

lesdoel: 

- Ik weet wat feiten, meningen (standpunten), argumenten en tegenargumenten zijn

- Ik kan (verschillende soorten) argumenten gebruiken om een standpunt te onderbouwen 

Wat gaat hier niet goed?

Lees vaardig

Lesdoel:

- Ik kan enkele kenmerken geven van het interview (open vragen, gesloten vragen, nieuwe informatie, inhaakvraag, feiten, meningen, gevoelens, samenvatten). 

Interview

- open vragen, gesloten vragen 

- nieuwe informatie 

- inhaakvraag 

- feiten, meningen, gevoelens 

- samenvatten 

Maken 

- opdracht 27: leg uit waarom het waar of niet waar is.

Klaar? 

- opdracht 28

- opdracht 29 

Bespreken opdracht 27

Lees vaardig

Lesdoel:

- Ik kan enkele kenmerken geven van het interview (open vragen, gesloten vragen, nieuwe informatie, inhaakvraag, feiten, meningen, gevoelens, samenvatten).