Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
persoonlijk voornaamwoord 3e naamval + woordjes
Guten Morgen liebe Studenten!
Guten Morgen Sonnenschein
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Guten Morgen liebe Studenten!
Guten Morgen Sonnenschein
Slide 1 - Tekstslide
Personalpronomen
Slide 2 - Tekstslide
het persoonlijk voornaamwoord
1e naamval
i
ch
d
u
e
r/
e
s/
s
ie
w
ir
i
hr
s
ie
Sie
Slide 3 - Tekstslide
ich
du
er
wir
ihr
sie
sie
es
Sie
uns
dir
ihnen
euch
ihm
ihm
ihr
mir
Ihnen
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen
Slide 5 - Sleepvraag
NA welk voorzetsels krijgen we altijd de 3e naamval?
A
aus bei mit nach seit von zu
B
durch für ohne um gegen bis
C
in an auf unter oben
Slide 6 - Quizvraag
wat betekent: von......
A
van
B
voor
C
vorm
Slide 7 - Quizvraag
wat betekent: zu.....
A
tot
B
soms
C
naar
Slide 8 - Quizvraag
wat betekent: nach......
A
nadat
B
sinds
C
na
D
naam
Slide 9 - Quizvraag
wat betekent: mit....
A
met
B
mede
C
meteen
Slide 10 - Quizvraag
wat betekent: seit........
A
zijde
B
sinds
C
zover
Slide 11 - Quizvraag
Kommt er zu (mij) ______ ?
A
ich
B
mir
C
mich
Slide 12 - Quizvraag
Gehst du mit (hem) ______
in die Disko?
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 13 - Quizvraag
Ich nehme den Mascara von (haar).... .
A
es
B
ihn
C
ihm
D
ihr
Slide 14 - Quizvraag
Wir spielen mit (hen)....... .
A
ihnen
B
ihn
C
ihm
D
ihr
Slide 15 - Quizvraag
Mit (wie)........ hast du gesprochen?
A
wer
B
wem
C
wen
Slide 16 - Quizvraag
Ich finde das Einkaufen mit (U)....... toll
A
Ihr
B
Ihnen
C
ihnen
D
ihr
Slide 17 - Quizvraag
Er Kommt zu (jullie)........
A
uns
B
euch
C
euer
D
unser
Slide 18 - Quizvraag
ALGEMENE KENNIS VRAAG:
Welke 2 persoonsvormen zijn altijd
gelijk aan het HELE werkwoord?
A
ich en du
B
Er ihr
C
wir en sie
D
sie en ihr
Slide 19 - Quizvraag
welke persoonsvorm is de juiste?
A
du musst
B
du müsst
Slide 20 - Quizvraag
welke persoonsvorm is de juiste?
A
ihr musst
B
ihr müsst
Slide 21 - Quizvraag
welke persoonsvorm is de juiste?
A
sie muss
B
sie musst
Slide 22 - Quizvraag
welke persoonsvorm is de juiste?
A
du sollst
B
du söllst
Slide 23 - Quizvraag
welke persoonsvorm is de juiste?
A
ich solle
B
ich soll
Slide 24 - Quizvraag
ich muss / soll unbedingt neue Schuhe kaufen, diese alte sind kaputt
A
ich muss
B
ich soll
Slide 25 - Quizvraag
Das Auto ist kaputt! Wie sollen / müssen wir jetzt nach Hause fahren?
A
wir sollen
B
wir Müssen
Slide 26 - Quizvraag
JOhan blütet. Wir müssen / sollen ihn schnell ins Krankenhaus bringen
A
wir müssen
B
wir sollen
Slide 27 - Quizvraag
ich komme gleich, ich muss / soll noch bezahlen
A
ich Muss
B
ich soll
Slide 28 - Quizvraag
Welches Eis muss / soll ich nehmen?
A
ich Muss
B
ich soll
Slide 29 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
Mavo 3 Kapitel 1 Grammatik
Oktober 2019
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU3 L1
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU4 L2 Grammatik
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Duits
Secondary Education
M4 Duits basisgrammatica (10)
Oktober 2023
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
persoonlijke voornaamwoorden/voorzetsels 3e naamval
Februari 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Duits
Secondary Education
DT3A K2 persoonlijke voornaamwoorden/voorzetsels 3e naamval
November 2023
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3