Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling leerjaar 1 bijvoeglijk naamwoord
Wat is een bijvoeglijke naamwoord?
Noem een voorbeeld.
1 / 11
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is een bijvoeglijke naamwoord?
Noem een voorbeeld.
Slide 1 - Open vraag
Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Je plakt een
-e
achter het woord:
mooi
->
mooi
e
(lange vorm)
Soms verandert het woord niet: korte vorm
Korte vorm gebruik je als (1) het bijv. nw. achter het zelfstandig naamwoord staat -> Dat is huis is
prachtig
.
Korte vorm gebruik je als (2) je bij de 'een-vorm' van een 'het-woord'
-> een
mooi
meisje
-> een
heerlijk
gerecht
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Tekstslide
Hoe schrijf je een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Algemene regel-> + (e)n: betonnen, houten, zijden, papieren
Nieuwe stoffen-> geen meervoud: latex, fleece
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (verzinnen) verhaal was echt eng.
A
verzinnende
B
verzonnen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De meester kon wel lachen om de (zingen) leerlingen.
A
gezongen
B
zingende
C
zingenden
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De (vermoorden) man vermoordde zelf ook vijf mensen.
A
vermoordde
B
vermoorde
C
vermoorden
Slide 11 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spelling leerjaar 1 MHV: deel II bijvoeglijk naamwoord
Februari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling leerjaar 1 bijvoeglijk naamwoord
Mei 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
November 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
Mei 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H5 bijvoeglijk naamwoord
Juni 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Brugklas H5 Spelling (bn, les 1)
Mei 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling leerjaar 1 MHV: deel II bijvoeglijk naamwoord
November 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1