Classe 2 GL Chapitre 3 Fa Les nombres en français 0 - 1000

Les nombres en français
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les nombres en français

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welk getal klopt niet?
A
trente-trois
B
quatre-vingt-dix-deux
C
soixante-quinze
D
quatre-vingt-seize

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

93
A
quatre-vingt-trois
B
vingt-trois
C
soixante-treize
D
quatre-vingt-treize

Slide 6 - Quizvraag

Schrijf voluit in het Frans (kleine letters): 85

Slide 7 - Open vraag

Schrijf voluit in het Frans (kleine letters): 71

Slide 8 - Open vraag

Welk getal klopt niet in het Frans?
A
cinquante-quinze
B
cent douze
C
quarante-quatre
D
soixante-dix-sept

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf voluit in het Frans (kleine letters): 157

Slide 10 - Open vraag

Phrases-clés C (la page 108)
1.On va en ville, ce weekend?             Oui, je voudrais acheter un nouveau jean.
2. Comment tu trouves ce jean bleu?    Pas mal. Il coûte combien?
3. 45 euros seulement.                                 Ce n'est pas cher.
4. Tu fais quelle taille?                                    Je fais du M. (du 36)
5. Tu veux l'acheter?                                       Oui, il est beau. Non, il est trop petit.

Maak nu exc. 14 et 15

Slide 11 - Tekstslide

Les devoirs:
Leren vocabulaire E en phrases-clés C (la page 129/130) NF
maken exc. 14, 15, 17, 18, 19 (on line, maar noteer antwoorden in boek!) --Questions?

14, 15 samen
quizlet live
uitleg gramm D + exc lesson-up


Slide 12 - Tekstslide

Noem de getallen

72  / 88 / 66 / 99  / 54 / 36 / 27 / 15 / 112

Slide 13 - Tekstslide

Aanwijzend v.n.w. Ce / Cet / Cette / Ces
Ce --> gebruik je voor manlijk woord enkelvoud met medeklinker
Ce garçon / ce pull
Cet --> gebruik je voor manlijk woord enkelvoud met klinker / stomme h
Cet ami / cet hôtel / cet agent de police
Cette --> gebruik je voor vrouwelijk woord enkelvoud
Cette femme / cette école 
Ces --> voor manl en vrl meervoud
Ces filles / ces copains

Slide 14 - Tekstslide

Welke zin klopt niet?
A
Tu as vu ces voitures?
B
Je connais cet école.
C
Il va acheter ce portable.
D
Je n'aime pas cet animal.

Slide 15 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van aanwijzend vnw (ce/cet/cette/ces)
Nous avons rencontré ... amie.

Slide 16 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van aanwijzend vnw (ce/cet/cette/ces)
J'ai oublié les noms de ..... hôtels.

Slide 17 - Open vraag

Welke zin klopt wel?
A
Je porte souvent cette pantalon.
B
Tu as vu cet agent de police?
C
Il n'aime pas cette filles.
D
J'aime porte ce robe.

Slide 18 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van aanwijzend vnw (ce/cet/cette/ces)
Je déteste ..... animal.

Slide 19 - Open vraag

Questions? 
Maken Avis de recherche --> toelichting (zie opdrachten / inleveren via opdrachten ook)

Nog inleveren: Jonathan en Hendrik!!!

Slide 20 - Tekstslide

Vouloir = willen
Je veux = ik wil
Tu veux
Il/elle/on veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent
Je veux/voudrais acheter un cadeau. (Je veux + infinitif)

Slide 21 - Tekstslide

Pouvoir = kunnen / mogen
Je peux = ik kan/mag
Tu peux
Il/elle/on peut
Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/elles peuvent
Je peux essayer ce jean? (Je peux + infinitif)

Slide 22 - Tekstslide

noteer de juiste vorm in het Frans:
wij willen (kleine letters)

Slide 23 - Open vraag

Welke vorm is fout?
A
Tu veut
B
Il peut
C
Elles peuvent
D
Vous voulez

Slide 24 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm in het Frans:
zij (manl mv) kunnen (kleine letters)

Slide 25 - Open vraag

Noteer de juiste vertaling in het Ne:
elle veut (kleine letters)

Slide 26 - Open vraag

Défilé de mode (5 minutes)    Chapitre 3
In groepjes van 3/4 bereid je défilé de mode in het Frans voor
Bedenk welke outfits je wilt laten zien (tenminste 1 outfit per persoon)
Maak taakverdeling (presenteren / catwalk --> afwisselen)
Per outfit beschrijf je (maak gebruik van voca chapitre 3): 
a. lengte / haar / kleur ogen  (in het Frans)
b. tenminste 3 kledingstukken + kleuren / merk of winkel / prijs  (in het Fa)
c. tenminste éen accessoire (armband etc.) + kleur / merk of winkel / prijs 
d. kies bijpassende Franstalige muziek en bedenk een leuk draaiboek

Slide 27 - Tekstslide

Questions? 
werken aan défilé de mode --> presenteren op 16 april en 21/23 april

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide