1.11, 1.12: lezen, tekstdoelen & tekstsoorten en tekstvormen

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel


timer
0:30
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel


timer
0:30

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Ik kan tekstdoelen voorspellen op basis van titel, illustratie en bron
- Ik kan tekstsoorten koppelen aan tekstdoelen
- Ik kan verschillende tekstvormen herkennen

§1.11, blz. 38

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen
Een lezer leest een tekst met een bepaald doel. Zo wil hij bijvoorbeeld informatie krijgen over een mobiele telefoon. Schrijvers van teksten kennen de leesdoelen van lezers. Hiermee houden ze rekening als ze een tekst schrijven. Ze noemen dit dan het tekstdoel. Een schrijver wil met zijn tekst immers iets bij de lezer bereiken. Bij elk tekstdoel hoort een tekstsoort en een tekstvorm.

Om het tekstdoel te achterhalen vraag je je altijd af: wat wil de schrijver vooral met deze tekst of wat wil de schrijver dat ik weet of doe na het lezen van deze tekst.


Slide 4 - Tekstslide

blz. 44

tekstdoelen 
&
tekstsoorten
tekstvormen

Slide 5 - Tekstslide

Informeren 
Overtuigen
Amuseren 
overhalen
De schrijver wil dat je iets te weten komt 
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij 
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen

Slide 6 - Sleepvraag

Welk tektsdoel heeft de schrijver van een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
overhalen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welk doel heeft de schrijver hierbij?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het doel van een reclamefolder?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overhalen
D
Overtuigen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld bij het tekstdoel: uitleg geven?
A
Woordenboek
B
Handleiding
C
Nieuwsbericht
D
Kort verhaal

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
activeren / iets laten doen
B
informeren
C
amuseren / vermaken
D
overtuigen / mening geven

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
amuseren
B
overtuigen
C
informeren
D
instrueren

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Welk tekstdoel hoort bij de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
uitleg geven

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
overtuigen
B
overhalen
C
uitleggen
D
informeren

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide