lidwoorden: der, die, dasWelk geslacht hoort bij de lidwoorden?
der = ....
die = ... & ...
das = ...
* Het lidwoord moet je meestal leren bij een zelfstandig naamwoord.
bezittelijk voornaamwoordenWelke vertaling hoort bij de bezittelijk voornaamwoorden?
- mijn = (Mutter)
- jouw = (Vater)
- zijn = (Tochter)
- haar = (Sohn)
- ons = (Bruder)
- hun = (Großeltern)
- jullie = (Katze)
- uw = (Hund)
Wanneer komt er een 'e' achter?