V3 - Einstieg Jahr + Brückenschlag 1

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vwo 3 - Woche 36 - Stunde 1

Planung

•  Vorstellen + Ferien besprechen 

• Afspraken, weektaak, plattegrond

•  Wiederholung 2. Klasse

        Wortschatz: Jezelf, familie, dieren, 

        wonen

        Grammatik: Bezittelijke   

        voornaamwoorden, geslacht van 

        zelfstandige naamwoorden

Doelen

• Ik weet wat ik tijdens de lessen Duits nodig heb en wat er van mij verwacht wordt.

• Ik kan de belangrijkste woordenschat en grammatica uit leerjaar 2 toepassen. 

Erzähle auf Deutsch

• Wie du heißt,
  
• Wo du wohnst,
  
• Wie deine Sommerferien waren. 

Je hebt nodig tijdens de les

1. Boek Neue Kontakte vwo 3 A  (Boek B = later in jaar) 

1. Schrift DUITS voor notities en opdrachten
2. iPad (in de tas)
3. Overig: pennen, markeerstift etc.

Iets nog niet bij je? Graag volgende les meenemen. 

--> Plattegrond maken: Naast wie kan je goed werken?

Classroom - Leerdoelenoverzicht

1. Ga naar classroom en vul de toegangscode in

2. Leerdoelenoverzicht bespreken. 

Afspraken voor een fijne sfeer en prettige les

weektaak

• Studiewijzer staat in som. 

• Per week staat beschreven wat je af en geleerd moet hebben voor de eerste les en waaraan we gedurende de week werken. Maakwerk in de les, maar leerwerk = 'huiswerk'!

• Tijdens de les niet af = huiswerk

• Leerwerk wordt elke eerste les overhoord

 

Weißt du noch: Wortschatz: sich vorstellen

Wat: Noteer in je schrift zo veel mogelijk Duitse woorden die je nog weet bij de onderstaande thema's. Vergeet ook de lidwoorden niet!

Zeit: 3 Minuten

wohnen

Familie

lidwoorden: der, die, das

Welk geslacht hoort bij de lidwoorden?

der  = ....

die = ... & ...

 

das = ...

* Het lidwoord moet je meestal leren bij een zelfstandig naamwoord. 

bezittelijk voornaamwoorden

Welke vertaling hoort bij de bezittelijk voornaamwoorden?

- mijn =                  Mutter

- jouw =                 Vater

- zijn =                    Tochter

- haar =                  Sohn

- ons =                   Bruder

- hun =                  Großeltern

- jullie =                Katze

- uw =                   Hund

Wanneer komt er een 'e' achter?

Wiederholung Klasse 2

sich vorstellen

Nodig: iPad

Ga naar: Som --> leermiddelen --> Neue Kontakte online --> Brückenschlag 1

• Maken: Online Brückenschlag 1 
  
• Tijd: dit lesuur
  
• Hulpmiddel: Notizen im Heft
  
• Klaar = Lernen Brückenschlag 1 D-N und N-D
  

Nächste Stunde

Wiederholung Klasse 2:

• Wortschatz: School, vrije tijd
  
• Grammatik: Zwakke en sterke werkwoorden