7.1 Ontstaan van de mens 4V 2223

H9: Erfelijkheid
H7: Evolutie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H9: Erfelijkheid
H7: Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.1 Ontstaan van de mens

Slide 2 - Tekstslide

Doel 7.1
Je kent verschillende theorieën die het onstaan van het leven en de soortenrijkdom verklaren
Je kent de uitgangspunten van de neodarwinistische evolutietheorie
Je kunt beschrijven hoe men de evolutie van de mens onderzoekt





Slide 3 - Tekstslide

Evolutie
Evolutie: Het graduele proces waardoor de huidige diversiteit van en plantaardig en dierlijk leven ontstond uit de vroegste en meest primitieve organismen.

Dit betekent dat de huidige soorten zijn ontstaan uit (gemeenschappelijke) voorouders





Slide 4 - Tekstslide

Evolutie - tree of life

Slide 5 - Tekstslide

Aanwijzingen voor evolutie
Rudimentaire organen – (vb palmaris longis)

Slide 6 - Tekstslide

Aanwijzingen voor evolutie
Vergelijkbare bouw van verschillende soorten

Slide 7 - Tekstslide

Aanwijzingen voor evolutie
Fossielen

Slide 8 - Tekstslide

Aanwijzingen voor evolutie
Dezelfde basisstructuren in alle levensvormen (DNA, eiwitten, membranen)

Slide 9 - Tekstslide

Evolutietheorieën
Creationisme: alle levende 
wezens zijn door God 
geschapen

Slide 10 - Tekstslide

Evolutietheorieën
Catastrofe theorie (Cuvier, 1768-1832)
Paleontoloog (fossielen onderzoek).
Verklaarde de aanwezigheid van
verschillende soorten in verschillende
aardlagen door catastrofes, steeds opnieuw
ontstaan van leven.

Slide 11 - Tekstslide

Evolutietheorieën
Lamarckisme (Lamarck,1744-1829)
Verworven eigenschappen tijdens het leven
worden doorgegeven aan de volgende
generatie.

Slide 12 - Tekstslide

Evolutietheorieën
Darwinisme (Darwin, 1809-1882)
Survival of the fittest en Struggle for life in
boek “On the origin of species“.

Evolutie is een proces waarbij erfelijke
eigenschappen binnen een populatie
veranderen in de loop van de generaties als
gevolg van genetische variatie, voortplanting
en natuurlijke selectie.



Slide 13 - Tekstslide

Evolutietheorieën
Evolutiotheorie (Wallace , 1823-1913)
Vergelijkbaar met die van Darwin maar hij 
dacht dat er bij de evolutie van de mens wel
ingrijpen van een hoger wezen was geweest.

Slide 14 - Tekstslide

Evolutietheorieën
Neodarwinisme 
De theorieën van Mendel (1822-1884) en de ontdekking van
DNA door Watson en Crick (1950) brachten de verklaring voor
de theorieën van Darwin.





Slide 15 - Tekstslide

Evolutie van de mens
Aan de hand van fossiele vondsten is het ontstaan van de huidige mens te reconstrueren.
Schedelvorm, tanden, vondsten van gereedschappen.
Consensus: moderne mens ontstond 200.000 jaar geleden in Afrika.

BINAS 94B

Slide 16 - Tekstslide

Evolutie van de mens
Aan de hand van DNA zijn migratiepatronen afgeleid.
Hierbij keek men naar overeenkomsten in haplotype (welke allelen liggen op hetzelfde chromosoom).
Y-chromosoom voor de mannelijke lijn, mitochrondriaal DNA voor de vrouwelijke lijn.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Evolutionaire tijdslijn





Migratie-patronen
Erfelijke tijdlijn

Slide 22 - Tekstslide

Doel 7.1
Je kent verschillende theorieën die het onstaan van het leven en de soortenrijkdom verklaren
Je kent de uitgangspunten van de neodarwinistische evolutietheorie
Je kunt beschrijven hoe men de evolutie van de mens onderzoekt





Slide 23 - Tekstslide

Begrippen 7.1
creationisme, evolutie, paleontologie, fossielen, catastrofetheorie, evolutietheorie, selectiedruk, overlevingskansen, 'the struggle for life', 'the survival of the fittest', neodarwinistische evolutietheorie, bipedie, 'out of africa'-hypothese, migratiepatronen, haplogroep, Y-chromosomale Adam, mitochondriale Eva




Slide 24 - Tekstslide