Modalverben Präteritum extra oefenen

weten: ... du nicht, daß es kein Bus mehr gibt nach 23:00 ?
A
wußt
B
weißt
C
wusstest
D
weißtest
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

weten: ... du nicht, daß es kein Bus mehr gibt nach 23:00 ?
A
wußt
B
weißt
C
wusstest
D
weißtest

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverben

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niveau 1
ausfüllen ohne Übersetzung

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er (können)im Urlaub gut Deutsch sprechen.
A
konn
B
kon
C
konnt
D
konnte

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zu spät! Ihr (müssen) hier umsteigen.
A
mussten
B
musstet
C
müsstet
D
müssten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(wollen) du mit dem Bus zu Eva fahren?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antonia (wollen) ein teures Kleid kaufen, aber sie hat zu wenig Geld.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Boris (wissen) das noch nicht.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Niveau 2
ausfüllen mit Übersetzung

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mogen: ...ich hier eigentlich telefonieren?
A
durfte
B
durf
C
dürfte
D
dürfe

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kunnen: Sie..... alles.

A
konnten
B
kannte
C
könnte
D
konnte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

moeten: ich ... gestern mit dem Fahrrad fahren
A
musste
B
müsse
C
müsste
D
musstet

Slide 12 - Quizvraag

context: ik wil gezonder leven
weten: ... Sie wann die Fähre abgefahren ist?
A
wissten
B
wist
C
wussten
D
wusste

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niveau 3
Ausfüllen mit Übersetzung, selbst formen 



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mogen: Ich ... nichts mehr kaufen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

weten: Wer ..., wo ich schöne Kopftücher finde?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

weten: Ich habe das nie ....

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kunnen: Petra ... sehr freundlich, aber auch sehr frech sein

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

willen: Im Frühling ... wir nach Berlin fahren!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kunnen: ....... ihr das richtige Gleis finden?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

moeten: ... du deine Jacke immer tragen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kunnen: Mein Freund ... sein Ring nicht finden

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Niveau 4
ausfüllen mit Wahl und Übersetzung

kunnen – moeten – mogen – weten – willen - leuk/lekker/aardig vinden 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich …(weten) die Antwort, aber ich … (moeten) zur Toilette.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

… (wissen) du, daß wir gestern unsere Bücher abholen …(kunnen)?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Janosch... (kunnen) seine Schlüssel nicht finden.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mein Hund … (mogen) nicht rein.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich ... (willen) gerne ein Buch lesen im Zug.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mit 18 ... (mogen) man früher erst das Führerschein machen, jetzt mit 17

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies