3.3 en 3.4 Gegevens presenteren en puntjes op de i 4V 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.3 Gegevens presenteren in diagrammen
3.4 de puntjes op de i
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.3 Gegevens presenteren in diagrammen
3.4 de puntjes op de i

Slide 1 - Tekstslide

Verslag

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
In de inleiding van een onderzoeksverslag staat de theoretische achtergrond van je onderzoek. Wat is er al bekend?
Ook staat in de inleiding de onderzoeksvraag en de hypothese.
In de inleiding beschrijf je ook wat de (maatschappelijke) relevantie van je onderzoek is.


Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Hypothese: het verwachtte antwoord op je onderzoeksvraag.
Dit is één zin, zonder verklaring/ onderbouwing.



Slide 4 - Tekstslide

Theoretische achtergrond
Bronnen
Die bronnen móet je noemen in je verslag zodat iedereen weet waar deze informatie vandaan komt. Als je dergelijke informatie in je verslag gebruikt zonder de bron te noemen wordt dit gezien als plagiaat.

Slide 5 - Tekstslide

Materiaal en Methode
Je moet heel gedetailleerd beschrijven hoe je het experiment hebt uitgevoerd (methode) en welke spullen je daarvoor gebruikt hebt (materiaal).
Hiermee maak je het experiment herhaalbaar.

Slide 6 - Tekstslide

Resultaten
De resultaten presenteer je zo duidelijk mogelijk.
Als je grafieken/ tabellen gebruikt beschrijf je deze ook nog in tekst. Je trekt nog geen conclusie!!
Bij foto's: vermeld schaalaanduiding.
Bij microscopie: vermeld vergroting en schaalaanduiding.


Slide 7 - Tekstslide

Conclusie
Welke conslusie kun je trekken uit de resultaten?
Was je hypothese wel of niet juist?

Een onderzoek waarbij de hypothese verworpen wordt is even waardevol als een onderzoek waarbij de hypothese kan worden aangenomen!


Slide 8 - Tekstslide

Discussie
Wat is de verklaring van de gevonden resultaten?
Welke verbeterpunten zijn er voor dit onderzoek (betrouwbaarheid)?
Welke vervolgonderzoeken zouden interessant zijn?


Slide 9 - Tekstslide

Literatuurlijst
In de literatuurlijst noem je álle gebruikte bronnen. 

Slide 10 - Tekstslide

Tabel
Altijd eenheden en grootheden in de titels van kolommen en/ of rijen.
FOUT:

Slide 11 - Tekstslide

Tabel
Altijd eenheden en grootheden in de titels van kolommen en/ of rijen.
GOED:

Slide 12 - Tekstslide

Typen diagrammen
  • Lijndiagram
  • Staafdiagram
  • Histogram
  • Strooidiagram
  • Sectordiagram
  • Stapeldiagram

Slide 13 - Tekstslide

Lijndiagram


Beide variabelen zijn een continue reeks.

De onafhankelijke wordt op de x-as weergegeven.

Bij de assen staat de grootheid en de eenheid

Slide 14 - Tekstslide

Lijndiagram
Je zet de meetpunten uit in de grafiek. 

Vloeiende lijn of meetpunten verbinden? Als de gegevens vermoedelijk ook door een formule kunnen worden berekend een vloeiende lijn, anders gewoon de punten verbinden.

Slide 15 - Tekstslide

Staafdiagram




De onafhankelijke variabele bestaat uit losse waarden.
 

Slide 16 - Tekstslide

Histogram




De onafhankelijke variabele bestaat uit gegroepeerde waarden.
 

Slide 17 - Tekstslide

Strooidiagram
Beide variabelen zijn afhankelijk, dwz. twee variabelen worden per onderzoeksobject gemeten en er wordt naar een verband gezocht.

Slide 18 - Tekstslide

Sectordiagram/ stapeldiagram

Slide 19 - Tekstslide

Gemiddelden en spreiding
Vaak maak je gebruik van een gemiddelde van verschillende metingen. Het is dan wel belangrijk dat bekend is wat de spreiding is in de oorspronkelijke meetwaarden.

Vergelijk
Variabele 1: 1-2-5-5-8-9: gemiddelde is 5 - grote spreiding
Variabele 2: 3-4-5-5-6-7: gemiddelde is 5 - kleine spreiding

Slide 20 - Tekstslide

Gemiddelden en spreiding
Gemiddelde afwijking van het gemiddelde: standaard deviatie
1 2 5 5 8 9: gemiddelde = 5
Standaarddeviatie is:
4+3+0+0+3+4=14/6 = 2,333


3 4 5 5 6 7: gemiddelde = 5
Standaarddeviatie is:
2+1+0+0+1+2=6/6 = 1

Slide 21 - Tekstslide

Gemiddelden en spreiding
De standaard deviatie geef je aan met behulp van een spreidingsstreepje in de grafiek.

Slide 22 - Tekstslide

Gemiddelden en spreiding
Hoge standaard deviatie: grote kans dat het echte gemiddelde hoger of lager is dan het berekende gemiddelde.

Lage standaard deviatie: kleine kans dat het echte gemiddelde hoger of lager is dat het berekende gemiddelde.

Hoe groter de steekproef hoe kleiner de standaarddeviatie, je kunt dan beter in de buurt komen van het echte gemiddelde.

Slide 23 - Tekstslide

Kwaliteit onderzoek
Herhaalbaarheid (materiaal en methode)
Geen plagiaat
Collegiale toetsing

Validiteit (is de meetmethode juist en geschikt om de onderzoeksvraag te beantwoorden)
Betrouwbaarheid (is de meetmethode precies genoeg om een conclusie te trekken)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Doel 3.3 en 3.4
Je hebt geleerd hoe je op een juiste manier gegevens presenteert in diagrammen
Je hebt geleerd hoe wetenschappers onderzoek doen

Slide 26 - Tekstslide

Begrippen 3.3 en 3.4
grafische weergave, lijndiagram, grafiek, optimumgrafiek, staafdiagrammen, histogrammen, strooidiagrammen, gemiddeldes, spreiding, standaarddeviatie, waarschijnlijkheid, spreidingsstreepjes, sectordiagram, stapeldiagram, betrouwbaarheid, fraude, plagiaat, collegiale toetsing, validiteit, ethische grens, wettelijke grens

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 3.3 en 3.4.

Slide 28 - Tekstslide