Stelsels oplossen met combinatiemethode en substitutiemethode

Stelsels oplossen met combinatiemethode en substitutiemethode
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stelsels oplossen met combinatiemethode en substitutiemethode

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je stelsels oplossen met de combinatiemethode en de substitutiemethode.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het oplossen van stelsels met combinatiemethode en substitutiemethode?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stelsels?
Stelsels zijn een groep van vergelijkingen met meerdere onbekenden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combinatiemethode
Bij de combinatiemethode elimineer je eerst een variabele door de vergelijkingen te combineren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Substitutiemethode
Bij de substitutiemethode los je een vergelijking op en vervang je de waarde in de andere vergelijking.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je welke methode?
Je kunt de combinatiemethode gebruiken als de coëfficiënten van een variabele in beide vergelijkingen gelijk zijn of eenvoudig gelijk gemaakt kunnen worden. De substitutiemethode is handig als één variabele in termen van een andere variabele kan worden uitgedrukt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de combinatiemethode
Los het volgende stelsel op met behulp van de combinatiemethode:

2x + 3y = 8
4x - y = 1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de substitutiemethode
Los het volgende stelsel op met behulp van de substitutiemethode:

x + 2y = 5
3x - 2y = 4

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Je hebt nu geleerd hoe je stelsels kunt oplossen met de combinatiemethode en de substitutiemethode.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.