Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Stelsels van vergelijkingen oplossen
Stelsels van vergelijkingen
Op de boerderij van boer Pol lopen in totaal 13 kippen en konijnen rond. Samen hebben deze dieren 36 poten. Hoeveel konijnen en kippen lopen er?
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Secundair onderwijs
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stelsels van vergelijkingen
Op de boerderij van boer Pol lopen in totaal 13 kippen en konijnen rond. Samen hebben deze dieren 36 poten. Hoeveel konijnen en kippen lopen er?
Slide 1 - Tekstslide
Op de boerderij van boer Pol lopen in totaal 13 kippen en konijnen rond. Samen hebben deze dieren 36 poten. Hoeveel konijnen en kippen lopen er?
Slide 2 - Open vraag
Een (gestuctureerde) wijze:
x = aantal kippen
y = aantal konijnen
--> x + y = 13
2 poten per kip --> 2x = aantal poten van alle kippen
4 poten per konijn --> 4y = aantal poten van alle konijnen
--> 2x + 4y = 36
Slide 3 - Tekstslide
We krijgen dus:
x + y = 13
2x + 4y = 36
Slide 4 - Tekstslide
Wiskundig gezien, wat zijn
x + y = 13
2x + 4y = 36 ?
Slide 5 - Open vraag
Meetkundig gezien, wat stellen deze vergelijkingen van de eerste graad voor?
Slide 6 - Open vraag
Teken deze rechten
x + y = 13
2x + 4y = 36
Wat heb je nodig om deze twee rechten te tekenen?
Slide 7 - Tekstslide
Je hebt dus twee punten nodig van iedere rechte om deze te tekenen.
Bepaal van elke rechte twee punten via een tabel.
x + y = 13
2x + 4y = 36
Slide 8 - Open vraag
Teken nu deze rechten
1e rechte: (0; 13) en (2; 11)
2e rechte: (0; 9) en (2; 8)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Op de boerderij van boer Pol lopen in totaal 13 kippen en konijnen rond. Samen hebben deze dieren 36 poten. Hoeveel konijnen en kippen lopen er?
Wat is nuhet antwoord op deze vraag?
Slide 11 - Tekstslide
antwoord: (8; 5), of x = 8 en y = 5
aantal kippen: 8 en aantal konijnen: 5
Slide 12 - Tekstslide
We noemen dit een stelsel van vergelijkingen.
Dit stelsel kunnen we grafisch oplossen (= tekenen)
Later zien we dat we dit ook kunnen algebraïsch oplossenb (=met berekeningen)
x + y = 13
2x + 4y = 36
Slide 13 - Tekstslide
En dan nu met het rekentoestel:
Slide 14 - Tekstslide
En dan nu met het rekentoestel:
x + y = 13
2x + 4y = 36
Eerst beide vergelijkingen omzetten naar de vorm
y = ...
Slide 15 - Tekstslide
x + y = 13
2x + 4y = 36
y = -x + 13
y =-0,5x + 9
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Merkwaardige producten
Juni 2024
- Les met
15 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
G10 Vergelijkingen
November 2023
- Les met
11 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Merkwaardige producten
Mei 2024
- Les met
15 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Yr 9 Unit4 Week 1 - Lesson 2
Januari 2024
- Les met
43 slides
Mathematics
Lower Secondary (Key Stage 3)
Rekenen met eentermen en veeltermen
Januari 2023
- Les met
35 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Yr 9 Unit4 Week 2 - Lesson 3
Januari 2024
- Les met
36 slides
Mathematics
Lower Secondary (Key Stage 3)
Tweedegraads vergelijkingen
December 2021
- Les met
25 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Herhalingsles Vergelijking van een rechte
10 dagen geleden
- Les met
26 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs