10.3
1 / 15
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik.
Dit een somtabel.
Wat moet er
staan op de plek
van het vraagteken?
Dit een somtabel.
Wat moet er
staan op de plek
van het vraagteken?
A
5
B
24
C
19
D
18
Slide 3 - Quizvraag
Terugblik.
Welke grafiek is
de somgrafiek?
Welke grafiek is
de somgrafiek?
A
de groene
B
de zwarte
C
de paarse
D
geen idee
Slide 4 - Quizvraag
Terugblik.
In de vorige les ging het om een somtabel en somgrafiek. Deze les gaat om een verschiltabel en verschilgrafiek.
Maar wat betekent verschil ook al weer?
In de vorige les ging het om een somtabel en somgrafiek. Deze les gaat om een verschiltabel en verschilgrafiek.
Maar wat betekent verschil ook al weer?
A
+
B
-
C
x
D
:
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Als je een verschiltabel
wilt maken, hoe kun je dan
de getallen voor de
onderste rij berekenen?
wilt maken, hoe kun je dan
de getallen voor de
onderste rij berekenen?
A
Door de getallen van Maria en Cees op te tellen.
B
Door de getallen van Maria min de getallen van Cees te doen.
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kun je nu de
verschilgrafiek gaan
tekenen?
verschilgrafiek gaan
tekenen?
A
Een grafiek teken bij de getallen van Maria.
B
Een grafiek tekenen bij de getallen van Cees.
C
Een grafiek tekenen bij de onderste rij uit de tabel.
D
Geen idee.
