H4E 10e instructieles periode 2

De leswissel

  1. Kom meteen naar het lokaal.
  2. Leg eerst je iPad, schrift, pen, markeerstift klaar.
  3. Doe je jas uit, tas op de grond, telefoon in de telefoontas.
  4. Vraag of je nog snel 'je ding' mag doen.
  5. Na de bel start de les, het risico is voor jou. 
  6. Te laat? Ga in stilte zitten en volg de les.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De leswissel

  1. Kom meteen naar het lokaal.
  2. Leg eerst je iPad, schrift, pen, markeerstift klaar.
  3. Doe je jas uit, tas op de grond, telefoon in de telefoontas.
  4. Vraag of je nog snel 'je ding' mag doen.
  5. Na de bel start de les, het risico is voor jou. 
  6. Te laat? Ga in stilte zitten en volg de les.

Slide 1 - Tekstslide

'Je ding'
- flesje vullen
- naar toilet
- spullen uit kluisje
- boek uit mediatheek
WELKOM
bij de les Nederlands van 12 januari

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Premature
 Boomer
 Levenslust
 Voortvloeiende

 

Slide 3 - Tekstslide

 Banenapocalyps: het verdwijnen van banan
 Kerkboek van de elite: het boek waar de elite zijn wijsheid uit haalt
 Futurologen: mensen die de toekomst proberen te voorspellen
 Basisinkomen: een inkomen dat iedereen standaard krijgt, zonder ervoor te hoeven werken.
 Onheilscenario: negatief beeld van een mogelijke toekomst.
 Kwartaal: periode van drie maand
 Mondiale: wereldwijde
 Nijpende: dringende
 Empathie: inlevingsvermogen

Basishouding lsv 1
Het antwoord op een vraag moet altijd gebaseerd zijn op een fragment uit de tekst, ook als je interpreteert. Met andere woorden: je moet bewijs in de tekst vinden voor het antwoord dat je geeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basishouding lsv 2
Begin je antwoord altijd door de vraag te herhalen.

Vraag: "Voor welke mening geeft de schrijver argumenten in alinea 2 en 3?"

Antwoord: "De schrijver geeft in alinea 2 en 3 argumenten voor de mening dat....."

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1

‘Mijn vriendin en ik keken naar ze, bewonderend en vertederd, maar ook jaloers.’ Regel 29-30.
Welke van de kwalificaties uit deze zin is gezien de inhoud van de slotalinea de beste omschrijving van de staat waarin de vriendin en de ik-persoon verkeren?

Slide 6 - Open vraag

Antwoord:

Jaloers. ‘Dat we al lang niet meer zijn zoals zij, ook al denken we stiekem dat we nog steeds op ze lijken.’
Vraag 2

Bovenstaande tekst is een column. Bepaal op basis van de tekst welke kenmerken een column heeft. Noem er minimaal twee.

Slide 7 - Open vraag

Antwoord:

Gaat over eigen ervaring, gaat over de emotie omtrent die ervaring, korte tekst, maatschappijkritisch (Kon die kuttelefoon dan niet één keer ergens in een tas blijven zitten?)
Vraag 3
De term Pastéis de nata wordt een aantal keer genoemd in de tekst. Op de site rutgerbakt.nl wordt het roomgebak als volgt omschreven: ‘Pastéis de nata zijn lekkernijen die je overal in Portugal kunt krijgen, maar het officiële recept is geheim.’
Leg uit waarom je op basis van deze omschrijving de titel Chagrijn ook wel vervangen kan worden door Pastéis de nata.


Slide 8 - Open vraag

Antwoord:

Pastéis de nata is een gebakje waarvan het recept geheim is. De ik-persoon is ook op zoek naar het onbekende waarom van zijn ergernis over de twee meisjes, maar hij vindt het antwoord niet. Het blijft een vraag.
Ze zijn op zoek naar het gebakje, maar ze vinden het niet.

Vraag 4

Stel dat alinea 1 en 2 van de tekst gebruikt zouden worden als pakkende inleiding van een grotere examentekst. Op welke manier zou de lezer dan nieuwsgierig gemaakt worden naar het lezen van de volledige tekst?

A
Door het beschrijven van een actuele gebeurtenis.
B
Door het beschrijven van een actueel probleem.
C
Door het geven van een anekdote.
D
Door het geven van een prikkelende stelling.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5

In de vorige periode (over De Boeken Koning) heb je geleerd wat ongepast taalgebruik is. In hoeverre maakt de schrijver van de tekst zich schuldig daaraan?


Slide 10 - Open vraag

Antwoord:

De auteur schiet uit de bocht als hij het heeft over ‘kuttelefoon’.
Vraag 6
‘Hoofdschuddend reden we de baai uit. Twee chagrijnige premature boomers in een witte huurauto, op zoek naar pastéis de nata.’ Regel 53-54.

Uit deze zinnen kun je opmaken hoe de ik-persoon en zijn vrouw zich voelden na het zien van het tafereel op het strand. Schrijf een korte e-mail naar julienalthuisius@VK.nl (nepadres) waarin je aangeeft in hoeverre je de reactie begrijpt.
- Benoem jouw interpretatie van hun reactie. (VB: "Mijn interpretatie van de slotzinnen is dat jullie je ....voelen.""
- Geef argumenten waarom je die reactie wel of niet begrijpt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf hier je e-mail.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De les van deze les
Wees een kritisch lezer. Zorg dat je woordbetekenissen kent. Leg verbanden tussen tekstdelen. Ken de theorie die achter een vraag zit.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rest van de les
  1. Zoek de woordbetekenissen op.
  2. Werk aan de tekst die je tijdens de werkles moest/ gaat maken.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies