4G H5 begrippen meerkeuze

Pincode VMBO-4GT
6e editie

Vul de zin aan met het correcte meerkeuze antwoord.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Pincode VMBO-4GT
6e editie

Vul de zin aan met het correcte meerkeuze antwoord.


Slide 1 - Tekstslide

Deze adviesinstelling onderzoekt de gevolgen van economische maatregelen.
A
CBS
B
CPB
C
SER
D
UWV

Slide 2 - Quizvraag

Deze organisatie verzamelt allerlei informatie onder andere over economische veranderingen.
A
CBS
B
CPB
C
SER
D
UWV

Slide 3 - Quizvraag

Deze instelling adviseert de regering over sociaal economische onderwerpen
A
CBS
B
CPB
C
SER
D
UWV

Slide 4 - Quizvraag

De overheid besteed taken uit aan commerciële bedrijven
A
Privatiseren
B
Commercialiseren
C
Vergrijzing
D
Collectivisering

Slide 5 - Quizvraag

De overheid neemt taken over van private bedrijven.
A
Privatiseren
B
Commercialiseren
C
Vergrijzing
D
Collectivisering

Slide 6 - Quizvraag

Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid niet ingrijpt.
A
Plan economie
B
Sociale markteconomie
C
Vrije markteconomie
D
Vrije plan economie

Slide 7 - Quizvraag

Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid ingrijpt om prijzen betaalbaar te houden.
A
Plan economie
B
Sociale markteconomie
C
Vrije markteconomie
D
Vrije plan economie

Slide 8 - Quizvraag

Een economie waarin de overheid de prijzen en productie hoeveelheden bepaalt.
A
Plan economie
B
Sociale markteconomie
C
Vrije markteconomie
D
Vrije plan economie

Slide 9 - Quizvraag

Voorzieningen die de overheid betaalt en waarvan iedereen gebruik kan maken.
A
Private goederen
B
Commerciële goederen
C
Prima goederen
D
Collectieve goederen

Slide 10 - Quizvraag

De inkomsten op de rijksbegroting zijn hoger dan de uitgaven. Hoe wordt dot genoemd?
A
Miljoenen tekort
B
Miljoenen overschot
C
Begrotingstekort
D
Begrotingsoverschot

Slide 11 - Quizvraag

Belastingen die je rechtstreeks aan de overheid betaalt heten:
A
Directe belastingen
B
Indirecte goederen
C
Directe goederen
D
Indirecte belastingen

Slide 12 - Quizvraag

Het totaal aan staatsleningen op een bepaald moment
A
Staatsschuld
B
Staatsbezit
C
Staatsrente
D
Staatsinvloed

Slide 13 - Quizvraag

Uitkering die betaald wordt met belastinggeld zoals de bijstand.
A
Sociaal minimum
B
Verzorgingsstaat
C
Sociale voorziening
D
Vergrijzing

Slide 14 - Quizvraag

Sociale verzekeringen voor alle inwoners
A
Werknemers verzekeringen
B
Aansprakelijkheids verzekering
C
Volksvoorzieningen
D
Volksverzekering

Slide 15 - Quizvraag

Actieven:
A
Mensen met veel vrije tijd
B
Mensen jonger dan 15 en mensen boven de pensioenleeftijd
C
Vrijwilligers
D
Mensen met betaald werk.

Slide 16 - Quizvraag

Vergrijzing
geef de juiste (beste) omschrijving.
A
Het aandeel ouderen in de totale bevolking stijgt.
B
Er komen meer ouderen.
C
Er komen minder jongeren
D
Er komen heel veel meer ouderen

Slide 17 - Quizvraag

Mensen zonder betaald werk die een uitkering ontvangen.
A
Actieven
B
Inactieven
C
Bijstanders
D
Collectieven

Slide 18 - Quizvraag