26-1-21 spelling
luchtwoorden
1 / 17
Onderdelen in deze les
luchtwoorden
Slide 1 - Woordweb
Dictee
Slide 2 - Open vraag
Dictee
Slide 3 - Open vraag
Dictee
Slide 4 - Open vraag
Dictee
Slide 5 - Open vraag
Dictee
Slide 6 - Open vraag
Dictee
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Jij hebt het opgegeven
Wat is de persoonsvorm?
Wat is de persoonsvorm?
Slide 9 - Open vraag
Jij hebt het opgegeven
Wat is het onderwerp?
Wat is het onderwerp?
Slide 10 - Open vraag
De Scandinavische Noormannen hebben in meer dan tien goden geloofd.
Noem het telwoord
Noem het telwoord
Slide 11 - Open vraag
De Scandinavische Noormannen hebben in meer dan tien goden geloofd.
Noem het bijvoeglijk naamwoord
Noem het bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Open vraag
De Dode zee is een meer, maar wordt toch een van de zoutste zeeën genoemd.
Wat is het hulpwerkwoord?
Wat is het hulpwerkwoord?
Slide 13 - Open vraag
De Dode zee is een meer, maar wordt toch een van de zoutste zeeën genoemd.
Noem het voorzetsel.
Noem het voorzetsel.
Slide 14 - Open vraag
De Dode zee is een meer, maar wordt toch een van de zoutste zeeën genoemd.
Noem het voltooid deelwoord.
Noem het voltooid deelwoord.
Slide 15 - Open vraag
De Dode zee is een meer, maar wordt toch een van de zoutste zeeën genoemd.
Noem het voegwoord.
Noem het voegwoord.
