Basisstof 3: Fotosynthese + basisstof 4: Voortgezette assimilatie

Thema 8: Stofwisseling in de cel
Basisstof 3: Fotosynthese
Basisstof 4: Voortgezette assimilatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 8: Stofwisseling in de cel
Basisstof 3: Fotosynthese
Basisstof 4: Voortgezette assimilatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 3 + 4
  • Aan het werk
  • Verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De fotosynthese beschrijven;
  • Voortgezette assimilatie beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Fotosynthese
Vindt plaats in chloroplasten (bladgroenkorrels).
  •  Bladgroen bevat ook enzymen die nodig zijn voor fotosynthese.
  • Koolstofdioxide + water + lichtenergie --> glucose + zuurstof
  • 6 CO2 + 6 H2O + lichtenergie --> C6H12O6 + 6 O2

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Fotosynthese
Bladgroen kan lichtenergie opnemen en wordt gebruikt om ATP te vormen.
  • Fotosynthese-activiteit is het hoogst bij blauw/paars licht en oranje licht.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Glucose als brandstof
  • Heterotrofe organismen en autotrofe organismen gebruiken glucose als brandstof. 
  • Bij de verbanding van glucose wordt ATP gevormd.
  • ATP levert de energie voor voortgezette assimilatie.

Slide 8 - Tekstslide

Glucose als grondstof
Voortgezette assimilatie: glucose wordt door autotrofe organismen gebruikt als grondstof voor andere organische stoffen:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten

Slide 9 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten bestaan uit sachariden (C, H en O)
  • Monosachariden: enkelvoudige suikers (glucose)
  • Disachariden: tweevoudige suikers (maltose, dextrose)
  • Polysachariden: een lange keten monosachariden (zetmeel, cellulose)
Koolhydraten dienen als bouwstof en brandstof.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten bestaan uit aminozuren (C-atoom met een aminogroep, carboxylgroep, H-atoom en een restgroep).
  • Planten kunnen aminozuren opbouwen uit glucose en stikstofionen m.b.v. ATP (energie).
  • De primaire structuur van een eiwit wordt bepaald door de aminozuurvolgorde.
  • De secundaire structuur komt door de binding tussen aminozuren.

Slide 12 - Tekstslide

Algemene structuur aminozuur

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vetten
Vetten bestaan uit C-, H- en O-atomen.
  • Dienen als bouwstof en reservebrandstof
  • Veel vetten zijn triglyceriden (3 vetzuurmoleculen + glycerol)
  • Glycerol: 3 C-atomen met 3 OH-groepen, vetzuur: lange keten CH2-groepen + COOH aan het eind
  • Fosfolipiden: fosfaatgroep + glycerol + 2 vetzuren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opslag van assmiliatieproducten
Als er meer glucose wordt gevormd dan verbruikt (bij planten), wordt het opgeslagen als koolhydraat, eiwit of vet.
  • In de bladeren
  • In wortels
  • In knollen
  • In bollen
  • In zaden

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 4 van thema 1
Hoe: Tweetallen of alleen, fluisteren
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/binas/buur. Steek anders je vinger op
Klaar: Nakijken, verbeteren en basisstof 6 van thema 7 (H4) lezen
Uitkomst: Basisstof 1 t/m 4 van thema 1 zijn af

Slide 19 - Tekstslide