Bedrijf starten opdracht 3.9 uitleg

Bespreking opgave 3.9
Lesbrief Bedrijf starten


Permanentie: kosten (en opbrengsten) worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben.
Het moment van betaling (ontvangst) is hierbij niet van belang
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bespreking opgave 3.9
Lesbrief Bedrijf starten


Permanentie: kosten (en opbrengsten) worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben.
Het moment van betaling (ontvangst) is hierbij niet van belang

Slide 1 - Tekstslide

6% lening
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit

Slide 2 - Tekstslide

6% lening
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
2
restschuld 1 mei 2017: 8.000
6 maanden rente vooruit betalen = 6/12 x 0,06x € 8.000 = 240
2
restschuld 1 november 2017: € 8.000
6 maanden rente vooruit betalen = 6/12 x 0,06 x € 8.000 = 240

Slide 3 - Tekstslide

6% lening
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
3. interestkosten 2017?
schuld 1 januari - 1 mei 2017: € 10.000 (4 maanden)
schuld 1 mei - 31 december 2017: € 8.000 (8 maanden)
interestkosten = (4/12 x 0,06 x € 10.000) + (8/12 x 0,06 x € 8.000) = 520

Slide 4 - Tekstslide

6% lening
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
aflossing 2.000
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
interest half jaar vooruit
4
op 1 november 2017 zijn 6 maanden interest vooruit betaald. 
op 31 december 2017 zijn hiervan 2 maanden interestkosten geboekt
Er zijn dus nog 4 maanden vooruitbetaald op 31 december 2017
4/12 x 0,06 x € 8.000 = € 160

Slide 5 - Tekstslide

onderhandse lening
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf

Slide 6 - Tekstslide

onderhandse lening
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
6. wat is het interestpercentage van de onderhandse lening?
op balans (01-01-2017) staan de volgende posten:
- Onderhandse lening 24.000
- Te betalen interest 600
Laatste interestbetaling achteraf was op 30-09-2016, dus de 600 heeft betrekking op de maanden oktober, november, december (3 maanden)
3/12 x 24.000 x ?% = 600 
6.000 x ?% = 600  --> oplossen geeft interestpercentage = 10%

Slide 7 - Tekstslide

onderhandse lening
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
7. interestkosten onderhandse lening 2017
schuld 01-01-2017 t/m 30-09-2017 (9 maanden) 24.000
schuld 01-10-2017 t/m 31-12-2017 (3 maanden) 22.000

interestkosten = (9/12 x 0,10 x 24.000) + (3/12 x 0,10 x 22.000) = 2.350

Slide 8 - Tekstslide

onderhandse lening
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
aflossing 2.000
interest jaarlijks achteraf
8. 'nog te betalen interest' per 31-12-2017
laatste interestbetaling op 30-09-2017
Op 31-12-2017 is er dus een schuld ontstaan aan de verstrekker van de lening van drie maanden interest.
3/12 x 0,10 x 22.000 = 550

Slide 9 - Tekstslide

vraag 9

Slide 10 - Tekstslide

vraag 9
4400

Slide 11 - Tekstslide