Overal Nask Hst 2.3 Gebogen spiegels

Hst 2.3 Gebogen spiegels
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hst 2.3 Gebogen spiegels

Slide 1 - Tekstslide

We kennen drie soorten lichtbundels
Divergente lichtbundels

  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

  • Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 2 - Tekstslide

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 

  • Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 3 - Tekstslide

Convergente lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

  • De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. 

  • Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Holle spiegels
Een holle spiegel heeft een convergerende werking.
Zo kan een holle spiegel:

  • van een evenwijdige bundel een convergente bundel te maken, zoals in de foto van de zonneoven.
  • van een divergente bundel een (ongeveer) evenwijdige 
       bundel te maken, zoals bij zaklampen en schijnwerpers.

Slide 6 - Tekstslide

Bolle spiegels
Een bolle spiegel heeft een divergerende werking op lichtbundels. Een voordeel daarvan is dat het gezichtsveld groter is dan bij een vlakke spiegel.

Slide 7 - Tekstslide

Holle en bolle spiegels
Tekenregels bij terugkaatsing zijn hetzelfde als bij een vlakke spiegel:

  • Daar waar de lichtstraal de spiegel raakt teken je de normaal. Bij een         
       vlakke spiegel staat de normaal loodrecht op de spiegel.
       Zowel bij een holle als een bolle spiegel wordt de normaal vanuit het                       
       middelpunt getekend.

Van zowel een holle als een bolle spiegel zou je een complete cirkel kunnen tekenen. Deze cirkel heeft een middelpunt. Je hoeft echter die cirkel niet te tekenen, je krijgt het middelpunt gegeven.

Slide 8 - Tekstslide

Tekenregels holle en bolle spiegels, vervolg
  • Bepaal de grootte van de hoek van inval ten opzichte van de normaal.
  • Meet aan de andere kant van de normaal de hoek van terugkaatsing af.
  • Teken de teruggekaatste lichtstraal

Slide 9 - Tekstslide


terugkaatsing bij holle en bolle spiegels
Als je het tekenen van de teruggekaatste lichtstralen goed gedaan heb kun je zien dat:

  • een bolle spiegel een divergerende werking heeft, de lichtstralen van een evenwijdige lichtbundel worden verder uit elkaar teruggekaatst.

  • een holle spiegel een convergerende werking heeft,  de lichtstralen van een evenwijdige lichtbundel worden bij terugkaatsing naar elkaar toe geknikt.

Bekijk het plaatje op de volgende slide maar.

Slide 10 - Tekstslide

Holle en bolle spiegels

Slide 11 - Tekstslide