3.5 Plantaardige cellen
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over plantaardige cellen?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
wat zijn objectieven?
A
Bovenste lenzen bij een microscoop
B
Onderste lenzen bij een microscoop
C
De lenzen aan de zijkant van een microscoop
D
Losse lenzen die je kan gebruiken voor een microscoop
Slide 6 - Quizvraag
De tubus is aangegeven met nummer 6.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een preparaat?
A
objectglaasje onder de microscoop
B
dekglaasje onder de microscoop
C
dekglaasje en objectglaasje onder de microscoop
D
oculair op de microscoop
Slide 8 - Quizvraag
Wat zit er in de tubus?
A
Revolver
B
Oculair
C
Statief
D
Objectief
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het diafragma?
A
Een gat in de tafel
B
De plaats waar je het voorwerp op legt
C
Een draaischijf waarmee je het licht kunt regelen
Slide 10 - Quizvraag
Waarvoor is de revolver?
A
Om mee te schieten.
B
Om te wisselen van lens sterkte
C
Om te wisselen van oculair
D
Om te draaien met de microscoop.
Slide 11 - Quizvraag
De totale vergroting van een microscoop reken je zo uit: vergroting oculair x vergroting objectief = totale vergroting
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver
