H4 en 5 inleiding, kern, slot 2 en tekststructuur

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Je weet wat de functie is van een heldere indeling in inleiding, kern en slot
  2. T1 Je kunt de functie van tekstdelen herkennen en vinden in de tekst
  3. T2 Je kunt uitleggen waarom een inleding passend is
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je onthouden van hoofdstuk 2 en 3

Slide 3 - Woordweb

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 4 - Quizvraag

Nabespreken hw
Deel je teksten in duo's en bespreek je argumentatie naar aanleiding van het artikel over code switching

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een hoofdgedachte van een tekst?
A
gedachte uit je hoofd
B
het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt in de tekst
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 6 - Quizvraag

Indeling tekst
De meeste teksten zijn opgebouwd  in 3 delen: inleiding, kern slot


Slide 7 - Tekstslide

H4 en 5
Inleiding, kern, slot 




Tekststructuur


Lesdoelen:
  •  Je kunt de indeling van een tekst herkennen.
  • Je kunt vaste structuren in een tekst herkennen.


Slide 8 - Tekstslide

Wat is de functie van de inleiding van een tekst?

A
Onderwerp duidelijk maken
B
Samenvatting van de tekst geven
C
Deelonderwerpen bespreken
D
Een conclusie geven

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van de inleiding van een tekst?
A
Anekdote introduceren
B
Aandacht van de lezer trekken
C
Deelonderwerpen bespreken
D
Een conclusie geven

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van de inleiding van een tekst?
A
Aanleiding van het schrijven geven
B
Actualiteit introduceren
C
Tekststructuur duidelijk maken
D
Een uitsmijter geven

Slide 11 - Quizvraag


Uit welk(e) alinea('s) bestaat de inleiding?
A
alinea 1
B
alinea 1 en 2
C
alinea 1, 2 en 3

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de functie van de kern van een tekst?
A
Vat de tekst samen
B
Het onderwerp wordt toegelicht d.m.v. deelonderwerpen
C
De schrijver vertelt zijn mening
D
Meningen van andere worden toegelicht

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort NIET in de kern van een tekst?
A
het belangrijkste wordt samengevat
B
nieuwe informatie
C
meerdere alinea's
D
deelonderwerpen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een functie van het slot?
A
de centrale vraag stellen
B
je mening geven
C
een samenvatting geven
D
enkele personen introduceren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een functie van het slot?
A
de centrale vraag stellen
B
je mening geven
C
nieuwe informatie geven
D
een advies geven

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een functie van het slot?
A
een conclusie geven
B
je mening geven
C
nieuwe informatie geven
D
een vraag stellen

Slide 17 - Quizvraag



A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
een samenvatting geven

Slide 18 - Quizvraag


Uit welk(e) alinea('s) bestaat het slot van deze tekst?
A
alinea 5, 6 en 7
B
alinea 6 en 7
C
alinea 7

Slide 19 - Quizvraag

We maken samen
opdracht 5 + opdracht 9
WB blz. 42/43

Slide 20 - Tekstslide

H4 en 5
Inleiding, kern, slot 
Tekststructuur


Lesdoelen:
  •  Je kunt de indeling van een tekst herkennen.
  • Je kunt vaste structuren in een tekst herkennen.


Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn tekststructuren?
A
logische opeenvolgingen van functies
B
inleiding, middenstuk, slot
C
standpunt, argument
D
anekdote, uitleg, samenvatting

Slide 22 - Quizvraag

Wat is GEEN tekststructuur?
A
verleden-heden-toekomst
B
verklaring
C
doel-middel
D
probleem-oplossing

Slide 23 - Quizvraag

Welke tekststructuren past bij een uiteenzetting?
A
aspecten
B
argumentatie
C
verklaring
D
probleem-oplossing

Slide 24 - Quizvraag

Welke tekststructuur past bij een betoog?
A
voor- en nadelen
B
argumentatie
C
aspecten
D
verklaring

Slide 25 - Quizvraag

Welke tekststructuur past bij een beschouwing?
A
voor- en nadelen
B
argumentatie
C
verleden-heden-toekomst
D
aspecten

Slide 26 - Quizvraag

Welke tekststructuur kun je bij een uiteenzetting EN bij een beschouwing gebruiken?
A
probleem-oplossing
B
verklaring
C
vraag-antwoord
D
argumentatie

Slide 27 - Quizvraag

We maken samen
opdracht 3A WB blz. 46

Welke tekststructuren herken jij?

Slide 28 - Tekstslide