Walburg V3 Woordenschat/stijlfiguren 21 items
Schrijven' is de kunst van het schrappen.'
Hierin herken je:
Hierin herken je:
A
Drieslag
B
Climax
C
Litotes
D
Paradox
1 / 21
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Schrijven' is de kunst van het schrappen.'
Hierin herken je:
Hierin herken je:
A
Drieslag
B
Climax
C
Litotes
D
Paradox
Slide 1 - Quizvraag
Wil je ziek worden?
A
repetitio
B
retorische vraag
C
eufemisme
D
tautologie
Slide 2 - Quizvraag
Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
litotes
Slide 3 - Quizvraag
Je wilt later toch goed verdienen?
A
eufemisme
B
understatement
C
retorische vraag
D
tautologie
Slide 4 - Quizvraag
Ik vind haar niet lelijk.
A
metafoor
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes
Slide 5 - Quizvraag
Een paradox is een
A
schijnbare tegenspraak
B
tegenstelling
C
herhaling
D
opsomming
Slide 6 - Quizvraag
Deze stijlfiguur gebruik je om minder hard over te komen.
Deze stijlfiguur gebruik je om iets af te zwakken.
Deze stijlfiguur gebruik je als je overdrijft.
Dit is een vorm van een understatement, waarbij je het tegenovergestelde ontkent.
Hyperbool
Understatement
Litotes
Eufemisme
Slide 7 - Sleepvraag
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 8 - Quizvraag
Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 9 - Quizvraag
De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 10 - Quizvraag
Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool
Slide 11 - Quizvraag
Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool
Slide 12 - Quizvraag
Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 13 - Quizvraag
Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 14 - Quizvraag
'NIET ONAARDIG gedaan', zei mevrouw Ducroo over mijn 9,7 voor Frans.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool
Slide 15 - Quizvraag
'Ik heb EEN KLEIN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 16 - Quizvraag
Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje
A
drieslag
B
climax
C
anticlimax
D
repetitio
Slide 17 - Quizvraag
Als al je verstandskiezen in één keer getrokken worden, is dat geen pretje.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes
Slide 18 - Quizvraag
Dames en heren, jongens en meisjes
A
climax
B
paradox
C
anticlimax
D
chiasme
Slide 19 - Quizvraag
Je hebt mensen en mensen.
A
Paradox
B
Anticlimax
C
Repititio
D
Enumeratio
Slide 20 - Quizvraag
Hij riep, schreeuwde, brulde het uit van de pijn.
A
opsomming (anticlimax)
B
C
D
opsomming (climax)
