18/11/'20

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Today

1. Homework check

2. Check excersises

3. Grammar: have to

4. Phrases lesson 2

5. (home)Work!

6. Rounding up!

1. Je weet waarom en hoe je have to moet gebruiken.

2. Je hebt kennis gemaakt met de phrases van lesson 2.

3. Je hebt geoefend met schrijfvaardigheid.

4. Je hebt goed meegedaan! 

1. Homework check

1.  exc. 11 t/m 17 (p.98-p.101)

2. practise more, unit 3, lesson 1 (online)

                          Ik controleer, jullie houden het volume laag

Open your WB, p.98

2. Check excersises

Check exc. 12/13/14/15/16/17 

                            

       

        Je praat alleen als je de beurt hebt.

        Je steekt je vinger op als je iets wil zeggen.

        Je verbetert je fouten. 

Open your CB p.30/31, WB p. 98

3. Grammar: have to

You have to do your homework.

She has to be on time for her exam.

I have to talk to you. 

Pak je aantekeningenschrift en schrijf de volgende zinnen over:

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?
You have to do your homework.
She has to be on time for her exam.
I have to talk to you.

Kijk maar:

• You have to do your homework.
  
• She has to be on time for her exam.
  
• I have to talk to you. 

Wat betekent have to / has to?

Hoe weet je of je HAS of HAVE moet gebruiken?

4. Phrases lesson 2

Open your coursebook, p. 85

and

repeat after me.

5. (home)work

Open your book, p. 103

--> samen bespreken, exc. 21

 Friday,  Nov. 18th:

M: exc. 18 t/m 21  (p.102-p.103)

Let op: opdracht 21 inleveren op apart blaadje

• Voor jezelf
• In stilte
• Muziek mag, chromebook op een kier. 
• Klaar? Dan leren via quizlet (linkje in Classroom)

6. Rounding up!
Waar ga jij extra op letten bij het schrijven van je uitnodiging?