Reactiesnelheid (2)

Meten aan reacties (vervolg)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Meten aan reacties (vervolg)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Resultaten van Tips en Tops
  • Wat willen jullie herhalen?
  • Reactiesnelheid (vervolg)

Slide 2 - Tekstslide

Resultaten Tops en Tips
  • Tops: De Lessonups en Kahoot
  • Tips: Meer aandacht voor het huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Resultaten Tips
  • Meer aandacht voor het huiswerk
  • Minder snel gaan 
  • Meer ruimte geven om aantekeningen te maken
  • Beter uitleggen

Slide 4 - Tekstslide

Planning tot de toetsweek
  • Toetsweek : 9 maart t/m 16 maart
  • Nog te behandelen stof: 
  • H4.3 (reactiesnelheid) en H4.5 (rekenen aan reacties)
  • -> er is nog ruimte om te herhalen

Slide 5 - Tekstslide

Wat willen jullie graag herhalen?
Wat kan ik anders of beter uitleggen?

Slide 6 - Open vraag

Deze les
  • Reactiesnelheid
  • Factoren die de reactiesnelheid beinvloeden.

Slide 7 - Tekstslide

De factoren:
  1. Temperatuur
  2. Concentratie
  3. Verdelingsgraad
  4. Soort stof
  5. Katalysator

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Reactiesnelheid



s = gemiddelde reactiesnelheid in mol/(L*s)
Δn = toename/afname van product/beginstof in mol
V = het volume in L
Δt = het tijdverschil tussen begin en eind reactie in s 

Slide 10 - Tekstslide

Reactiesnelheid
Pak je boek en maak oefening 22 (a en b):



s = gemiddelde reactiesnelheid in mol/(L*s)
Δn = toename/afname van product/beginstof in mol
V = het volume in L
Δt = het tijdverschil tussen begin en eind reactie in s 


timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

Oefening 22:
a) de chemische reactie:

Slide 12 - Tekstslide

Oefening 22:
a) de chemische reactie:
NO2 (g) + CO -> NO + CO2

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 22 vraag b:
s= 7,0 mol / (5,0L*80s)
timer
0:10
A
0,0175 mol/(L*s)
B
2,86 mol/(L*s)
C
0,018 mol/(L*s)
D
175 mol/(L*s)

Slide 14 - Quizvraag

Effectieve botsing
- Als deeltjes botsen kan er een reactie plaatsvinden

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer zullen deeltjes eerder botsen?
timer
0:30
A
Als ze snel bewegen
B
Als ze langzaam bewegen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Temperatuur

De reactiesnelheid wordt hoger als:
A
Een stof warm is
B
Een stof koud is

Slide 18 - Quizvraag

Vuistregel  reactiesnelheid:
Indien de temperatuur 10 graden stijgt 
gaat de reactie 2x zo snel

Slide 19 - Tekstslide

Concentratie van een oplossing
- De sterkte van een oplossing
- Hoe meer stof is opgelost hoe hoger de concentratie is

C = n / V
C = concentratie (mol/L)
n = aantal deeltjes (mol)
V = volume (L)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat brandt sneller?
timer
0:30
A
een klein stukje hout
B
Een blok hout

Slide 22 - Quizvraag

Verdelingsgraad
-Fijne verdelingsgraad --> Kleinere deeltjes en dus een groter oppervlak

Slide 23 - Tekstslide

Soort stof
- Sommige reageren sneller dan anderen
- Aardgas brandt sneller dan een blok hout

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat was hier de katalysator?
A
Het automatische roerstaafje
B
Het bekerglas
C
Het water waarin de stof oplost
D
De kleurstof

Slide 26 - Quizvraag

De factoren:
  1. Temperatuur
  2. Concentratie
  3. Verdelingsgraad
  4. Soort stof
  5. Katalysator

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk opdrachten:
3, 8, 10, 13

Slide 28 - Tekstslide