Informatieve tekst en beschouwing

Informatieve tekst en beschouwing
Wat gaan we deze les doen?:
  • Theorie Informatieve tekst
  • Theorie beschouwing 
  • Verschil behandelen tussen bovenstaande tekstsoorten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Informatieve tekst en beschouwing
Wat gaan we deze les doen?:
  • Theorie Informatieve tekst
  • Theorie beschouwing 
  • Verschil behandelen tussen bovenstaande tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn informatieve teksten?

Slide 2 - Tekstslide

Welke informatieve teksten zijn er:

  • Nieuwsbericht
  •  Reportage
  • Achtergrondartikel
  • Brochure
  • Voorlichtingsfolder
  • Interview

Slide 3 - Tekstslide

Tekst structuren

Slide 4 - Tekstslide

Welke kenmerken hebben informatieve teksten?


  • Bevat achtergrond informatie over bepaald onderwerp
  • Is objectief en bevat dus feiten geen mening.
  • Belangrijk dat lezer kan controleren waar de informatie vandaan komt (wat is de bron?).
  • Heeft vaak een vaste tekst structuur.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is nog meer belangrijk?
  • Maak een schrijfplan volgens de gekozen structuur. 
        NB: In Bijlage 2 op bladzijde 267 vind je een overzicht van   
        tekst structuren

  • Gebruik signaalwoorden om verbanden duidelijk te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Beschouwing
Een beschouwing is een tekst die de lezer aan het denken wil zetten over een bepaalde kwestie. Het onderwerp van een beschouwing is een probleem of kwestie. In een beschouwing wordt het onderwerp van verschillende kanten belicht. In een beschouwing laat je het oordeel aan de lezer over. De hoofdgedachte van een beschouwing is meestal een opsomming van oplossingen, voor- en nadelen of verklaringen.

Slide 8 - Tekstslide

Beschouwing
Een tekst waarin je verschillende aspecten van één onderwerp belicht, noem je een beschouwing. 

Het doel van zo'n tekst is: de lezer eerlijk afgewogen informatie geven, zodat deze zichzelf een mening kan vormen = opiniëren.

Slide 9 - Tekstslide

Beschouwing
tekstdoel:   lezer aan het denken zetten / eigen mening  laten                              vormen  (opiniëren)
inhoud:        feiten en verschillende meningen                                
                        meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen 

kenmerk:    neutraal    
                        (geen duidelijke mening van de schrijver)

Slide 10 - Tekstslide

Doel & opbouw
- Kennis maken met verschillende standpunten
- Altijd objectief
- Zowel voor- als nadelen worden besproken

- Altijd inleiding, kern, slot

Slide 11 - Tekstslide

Titel
- Zelf verzinnen
- Informerend en aansluitend
- Maak nieuwsgierig
- Mag een vraag zijn

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding = 2 alinea's
Alinea 1: 
anekdote, persoonlijk verhaal, vraag of actueel probleem bij je onderwerp

Alinea 2:
introduceer je het onderwerp, noem je vraag en structuuraanduider

Slide 13 - Tekstslide

Schrijfopdracht: Informatieve tekst
"Uit je smartphonebubbel"
Veel jongeren kunnen zich een leven zonder smartphone niet voorstellen. Toch zijn er allerlei onderzoeken die uitwijzen dat overmatig smartphonegebruik negatieve effecten heeft op jongeren. Jij onderzoekt de manier waarop smartphones jongeren negatief kunnen beïnvloeden.
  • Zoek en lees op internet teksten over jouw onderwerp en maak aantekeningen. Noteer direct je bronnen.
  • Schrijf op de computer een beschouwing van maximaal 500 woorden over het door jou gekozen onderwerp.

Slide 14 - Tekstslide