Wat is intraspecifieke en wat is interspecifieke concurrentie?
Slide 4 - Woordweb
Formule blz. 285
A
250
B
500
C
2500
D
5000
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welke tolerantiecurve past bij de soort Driedoornige stekelbaars?
A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C
D
Curve D
Slide 7 - Quizvraag
De volgende bewering hoort bij welk type ecosysteem?
* Organismen hebben een brede tolerantiecurve voor abiotische factoren
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 8 - Quizvraag
Verklaar dat het zuurstofgehalte daalt door eutrofiëring.
Slide 9 - Open vraag
Hoe komt stikstof (N) van koeienmest in jouw huidcel? (zie BINAS 93G)
Slide 10 - Open vraag
Habitat
Op deze plekken voldoen zowel biotische als abiotische factoren aan de minimale levensvoorwaarden van betreffend organisme, dat wil zeggen dat deze factoren binnen de toleranties van dat organisme blijven
Slide 11 - Tekstslide
van wie is dit habitat?
A
Mol
B
wesp
C
Leeuw
D
Termiet
Slide 12 - Quizvraag
Draagkracht
Dat wil zeggen dat de leefomgeving voor langere tijd in staat is hen te voorzien van een habitat, van voldoende voedsel, water en andere levensbehoeften.
Slide 13 - Tekstslide
Draagkracht
Slide 14 - Tekstslide
Ecologische Evenwicht
Ecologische evenwicht of biologisch evenwicht is de toestand van een ecosysteem waarbij de grootte van de populaties van elke soort schommelt om een bepaalde waarde
Slide 15 - Tekstslide
Evenwicht
Ecologisch evenwicht
Duurzaam
Slide 16 - Tekstslide
Waarom is het belangrijk dat er sprake is van een ecologisch evenwicht?
Slide 17 - Open vraag
Duurzaam
'De leefwijze van de huidige generatie dient ervoor te zorgen dat de wereld voor toekomstige generaties net zo leefbaar blijft als nu'