8.5 Duurzaamheid

8.5 Duurzaamheid
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.5 Duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel en begrippen
Je leert welke kennis nodig is om maatregelen te kunnen nemen om ecosystemen stabiel te houden
habitat, ecologisch evenwicht, draagkracht, opwarming, verzuring, eutrofiering, persistente stoffen, accumulatie, duurzame ontwikkeling/energie, (gesloten) kringloop

Slide 2 - Tekstslide

Eerst herhalen..

Slide 3 - Tekstslide

Wat is intraspecifieke en wat is interspecifieke concurrentie?

Slide 4 - Woordweb


Formule blz. 285
A
250
B
500
C
2500
D
5000

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke tolerantiecurve past bij de soort Driedoornige stekelbaars?
A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C
D
Curve D

Slide 7 - Quizvraag

De volgende bewering hoort bij welk type ecosysteem?

* Organismen hebben een brede tolerantiecurve voor abiotische factoren

A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 8 - Quizvraag

Hoe komt stikstof (N) van koeienmest in jouw huidcel? (zie BINAS 93G)

Slide 9 - Open vraag

Verklaar dat het zuurstofgehalte daalt door eutrofiëring.

Slide 10 - Open vraag

Een ecoloog wil het aantal konijnen in een bepaald afgeschermd natuurgebied gaan bepalen. Hiervoor gebruikt hij de methode van vangen, merken en terugvangen.

Bij de eerste vangst vangt de ecoloog in totaal 44 konijnen, die vervolgens een ring om de poten krijgen. Deze konijnen worden weer losgelaten. Een week later vangt hij opnieuw konijnen. Dit keer 34 stuks, waarvan er 4 een ring om de poten hebben.
Bereken de grootte van de konijnenpopulatie.

Slide 11 - Tekstslide

Een ecoloog wil het aantal konijnen in een bepaald afgeschermd natuurgebied gaan bepalen. Hiervoor gebruikt hij de methode van vangen, merken en terugvangen.

Bij de eerste vangst vangt de ecoloog in totaal 44 konijnen, die vervolgens een ring om de poten krijgen. Deze konijnen worden weer losgelaten. Een week later vangt hij opnieuw konijnen. Dit keer 34 stuks, waarvan er 4 een ring om de poten hebben.

Bereken de grootte van de konijnenpopulatie.

Slide 12 - Open vraag

William wil het aantal egels in een groot stadspark gaan bepalen. Hij gebruikt daarvoor de methode van merken, vangen en weer terugvangen. Met zijn 5 egelvallen vangt hij de eerste keer in totaal 4 egels, die hij markeert met een rode stip. De egels worden weer losgelaten en drie dagen later vangt William weer egels. Hij vangt er nu 6 waarvan 2 egels een stip hebben.

Hoe groot is de populatie egels in het park?

Slide 13 - Open vraag


Mario vangt in de visvijver de eerste keer 37 stekelbaarsjes, die hij allemaal markeert met een groene stip. Vervolgens laat hij de dieren vrij.
Een week later vangt hij 44 vissen, waarvan er 2 een stip hebben.

Hoe groot is de populatie stekelbaarsjes in de vijver?

Slide 14 - Open vraag

Stekelbaarsjes met een groene stip vallen echter eerder op voor hun roofdier (de snoek), waardoor ze sneller opgegeten worden.

In de vorige vraag was een populatie berekend van 814 stekelbaarsjes. (37 eerste keer met stip, tweede vangst 2 van de 44 een stip).

Zal de werkelijke populatie stekelbaarsjes groter, gelijk aan of kleiner zijn dan 814 stekelbaarsjes?

Slide 15 - Open vraag

Redenen waarom geen vlees eten duurzamer is?



Energieverlies → waardoor?
Uitstoot broeikasgassen → hoe?
Waterverbruik en ontbossing → waarvoor?

Wat is duurzaamheid eigenlijk?

Slide 16 - Tekstslide

Duurzaam
'De leefwijze van de huidige generatie dient ervoor te zorgen dat de wereld voor toekomstige generaties net zo leefbaar blijft als nu'
Fossiele brandstoffen > duurzame energie
Plastic tasjes, waterverbruik, afval scheiden, etc

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Duurzaamheid
  • Duurzame ontwikkeling: de houdbaarheidsdatum van de leefomgeving
  • Denken aan de effecten voor de toekomst
  • Fossiele brandstoffen vs. duurzame energie
  • Gesloten kringloop

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit dat groenbemesting een duurzame manier van bemesting is

Slide 20 - Open vraag

Gesloten kringloop
Open kringloop

Slide 21 - Tekstslide

Bij een gesloten kringloop ....
A
Komen er geen nieuwe dieren bij.
B
Gaan er geen stoffen verloren
C
Komen er geen nieuwe bronnen bij.

Slide 22 - Quizvraag

Wat maakt een gesloten kringloop zo duurzaam?

Slide 23 - Open vraag

Ecologische Evenwicht

  • Wat is een Ecologisch evenwicht?
  • Waarom Duurzaam?

Slide 24 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat er sprake is van een ecologisch evenwicht?

Slide 25 - Open vraag

ecosysteem waarvan de aard en het aantal van de levende en niet-levende elementen waaruit het is opgebouwd min of meer gelijk blijft en daardoor een bepaalde vorm van stabiliteit heeft (…)

Slide 26 - Tekstslide

Biologisch evenwicht=ecologisch evenwicht
Het aantal organismen in de populatie en aantal soorten in het ecosysteem waarvan de aantallen gedurende langere tijd in het ecosysteem constant zijn.


Een dergelijk "evenwicht" kan verstoord worden wanneer er zich veranderingen voordoen in een van de biotische of abiotische samenstellende delen van het ecosysteem.

Slide 27 - Tekstslide

Resistentie
Een pesticide werkt niet meer:
Alle gevoelige organismen zijn doodgegaan
De organismen die er tegen konden zijn overgebleven

Slide 28 - Tekstslide

Persistentie
Een bestrijdingsmiddel is niet of maar zeer langzaam afbreekbaar.

Slide 29 - Tekstslide

Niet afbreekbaar

blijft aanwezig in de voedselketen

Slide 30 - Tekstslide

Accumulatie
persistente pesticiden nemen toe met elke stap in de voedselketen
  • hoeveelheid pesticide blijft gelijk (niet afbreekbaar!)
  • biomassa neemt af

Slide 31 - Tekstslide

Accumulatie

Slide 32 - Tekstslide

Opdrachten 
- Maken 8.5 

Slide 33 - Tekstslide