Heb je boek, binas, rekenmachine en schrijfgerei bij de hand?
Dan gaan we starten!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Goedemorgen!
Staan je instellingen goed?
Heb je boek, binas, rekenmachine en schrijfgerei bij de hand?
Dan gaan we starten!
Slide 1 - Tekstslide
Rekenen met percentages, promillages en ppm
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het massapercentage waterstof in aceton?
A
100%
B
10,41%
C
89,59%
D
27,55%
Slide 3 - Quizvraag
Uitleg
Molecuulmassa C3H6O = 58,078 u
Totale massa 6 H-atomen = 6 x 1,008 = 6,048 u
Massapercentage H-atomen = (6,048 / 58,078) x 100% = 10,41%
(4 significante cijfers)
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht
Haal uit de keuken een verpakking van een voedingsmiddel. Zorg dat je het etiket goed kunt lezen.
Laat zien!
Slide 5 - Tekstslide
Formules
Slide 6 - Tekstslide
In 100 g margarine zit 23,7 g vet. Bereken het massapercentage vet in de margarine.
Slide 7 - Open vraag
In 300 mL pils zit 15 mL alcohol. Bereken het volumepercentage alcohol in pils.
Slide 8 - Open vraag
percentage = altijd in procenten
%
volumepercentage (bij vloeistof in vloeistof mengsel)
massapercentage (bij vaste stoffen)
je antwoord kan nooit > 100% zijn
percentage=geheel(deel)⋅100
Slide 9 - Tekstslide
Regels
- Hoeveelheden moeten in dezelfde eenheid staan.
- Denk aan de significantie!
Slide 10 - Tekstslide
Een glas bier heeft een volume van 0,250 L en bevat 5,0% alcohol. Hoeveel mL alcohol bevat dit glas bier?
Slide 11 - Open vraag
ppm
ppm (parts per million)
(hoeveelheid stof X / totale hoeveelheid) * 106
(deel / geheel) * 106
Slide 12 - Tekstslide
In 100 g tonijn zit 2,0 microgram vitamine B12. Bereken de hoeveelheid vitamine B12 in tonijn in massa-ppm
A
0,020
B
20
C
0,0000020
D
0,00020
Slide 13 - Quizvraag
Uitleg
2,0 microgram = 2,0 x 10-6 gram
Massa-ppm = (2,0 x 10-6 / 100) x 106 = 0,020 ppm
(2 significante cijfers)
Slide 14 - Tekstslide
De maximale aanvaardbare hoeveelheid koolstofmono-oxide in lucht is 25 ppm. Hoeveel ml koolstofmono-oxide mag er maximaal in een ruimte van 7,0 L zijn?
Slide 15 - Open vraag
De concentratie in de lucht was 0,037%. Hoeveel promille is dit?
CO2
A
3,7
B
0,37
C
370
D
3700
Slide 16 - Quizvraag
Uitleg
De 0,037% betekent 0,037 "delen" CO2 per 100 delen lucht
Dat zijn dus 0,37 "delen" CO2 per 1.000 delen lucht
Slide 17 - Tekstslide
Een gasmengsel van 1,23 m³ bevat 0,275 mL aan zuurstof. Bereken het volume-ppm aan zuurstof.
Slide 18 - Open vraag
Gehaltes
Geeft aan hoeveel stof aanwezig is in een mengsel.
Kan in verschillende eenheden worden uitgedrukt: g/L of:
In Tabel 2 van BINAS kun je de factoren terug vinden bij de betekenis.
LET OP! Billion (Engels) is NIET biljoen, maar miljard!!!
Slide 19 - Tekstslide
Oefenen
Maak opdracht 54 en 55 (blz. 108)
Slide 20 - Tekstslide
Afsluiting
Je kunt rekenen met massa- en volume percentages, promillages en ppm.
HW: bestudeer 3.8 en maak opdr. 50 t/m 54 af (en kijk zelf na).