Zugspitze, S8, les 5, week 44

Willkommen, heute ist donnerstag
der 2. November 2023
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen, heute ist donnerstag
der 2. November 2023

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
Weet je hoe je het werkwoord haben en sein  kunt vervoegen en invullen in een opdracht. 

Leer je de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste naamval.

Slide 2 - Tekstslide

Programma:
  • Huiswerk nakijken
  • herhaling proefwerkstof
  • Ga je zelfstandig aan het werk




Slide 3 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

Vertaal:
jullie zijn

Slide 5 - Open vraag

Vertaal:
u heeft

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
jij bent

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
ik heb

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
u bent

Slide 9 - Open vraag

Vertaal:
het is

Slide 10 - Open vraag

Huiswerk nakijken
1. Maak van Schritt 6:







    Aufgabe 5 + 6
2. Maak in je boek van Schritt 7
    Aufgabe 1, 2, 4, 6, 7
3. Leer de werkwoorden haben & sein uit je hoofd!!!!

Slide 11 - Tekstslide

Schritt 6, Aufgabe 5 

1. habe
2. hast
3. haben
4. habe
5. hat
6. habe

Aufgabe 6

Dein Freund / deine Freundin: 
Hast du …

Du:
 Ich habe …

Slide 12 - Tekstslide

Schritt 7, Aufgabe 1
1. Emine
3. Augen, Haare
4. Türke, Mutter
5. Emre, 15 Jahre, Zwillinge
6. Brüderchen, Mehmet, Monate
7. neunte Klasse, Hauptschule
8. Hobby
9. Woche
10. Vortrag

Slide 13 - Tekstslide

Schritt 7, Aufgabe 2 A


1. Ist er mit seinem Buch im Garten?
2. Ihr seid für zum Lernen hier.
3. Wir sind 30 Jahre verheiratet (getrouwd).
4. Bist du oft böse?
5. Ich bin 13 Jahre alt.
6. Sind Sie nie müde, Frau Fischer?
7. Er ist heutzutage (tegenwoordig) schneller in Bonn als früher.
8. Ist / Sind sie schon (al) zurück (terug)?


Slide 14 - Tekstslide

Schritt 7, Aufgabe 2 B 

1. Mein Bruder ist 14 Jahre alt.
2. Ist das dein Buch?
3. Wir sind Brüder.
4. Bist du ein guter Schüler?
5. Diese E-Mail ist von Klara.
6. Seid ihr morgen in der Schwimmhalle?
7. Was sind deine Hobbys?
8. Ich bin Natascha.
9. Was ist deine Handynummer?
10. Die Kinder sind in der Schule.

Slide 15 - Tekstslide

Schritt 7, Aufgabe 4 B

1. das Handy
2. schreiben
3. die Bücher
4. die E-Mail
5. hören
6. lesen

Aufgabe 4 C

1. nie
2. Handy
3. das Internet
4. hören
5. Das Lied
6. suchen

Slide 16 - Tekstslide

Schritt 7, Aufgabe 6
A

1. lezen
2. schrijven
3. luisteren
4. boek
5. mobieltje
6. vaak


Schritt 7, Aufgabe 6 B 


Freizeit

vrije tijd


Slide 17 - Tekstslide

Aufgabe 7 A

1. hat
2. sind
3. Seid
4. habe
5. haben
6. Hast
7. Ist

Schritt 7, Aufgabe 7

(1) hat 
"Ich (2) bin 
“Du (3) bist  
“Wir (4) sind 
(5) hast du 
(6) sind wir 

Slide 18 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 19 - Tekstslide

Inloggen Learnbeat
1. Ga naar Somtoday
2. Open mijn mail en klik op de link
3. Volg de instructies in Learnbeat.

Slide 20 - Tekstslide

Het Duitse alfabet

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

An die Arbeit!
Maak van Schritt 8:   
Aufgabe 2, 3, 6 en 7

Leer de samenvatting van Duits
Leer de woorden van Schritt 1 - 8


Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. Maak van Schritt 8:
   Aufgabe 2, 3, 6 en 7

2Leer de samenvatting van Duits

3. Leer de woorden van Schritt 1 - 8






Slide 27 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Weet je hoe je het werkwoord haben en sein kunt vervoegen        en invullen in een opdracht.

2. Leer je de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste 
     naamval.

Slide 28 - Tekstslide

Nu gaan we oefenen!
Maken:
3.3 t/m 3.6,  4.3, 5.2,  6.4, 8.2 , 19.4

Klaar?  Oefen dan de woorden met WRTS




 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 29 - Tekstslide

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide