In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Organisatie
Blok 1.2 - Week 4
Blok 1.2 - Week 4
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Opfrissen van opgedane kennis
Oefenen voor de toets
Slide 2 - Tekstslide
Welke onderwerpen zijn er in 1.1 en 1.2 ook al weer aan bod gekomen?
Slide 3 - Woordweb
Organisatie
Slide 4 - Tekstslide
De gezondheidszorg is opgebouwd in 5 lijnen Een huisarts werkt in de
A
0e lijn
B
1e lijn
C
2e lijn
D
3e lijn
Slide 5 - Quizvraag
De gezondheidszorg is opgebouwd in 5 lijnen. Een kaakchirurg werkt in de
A
1e lijn
B
2e lijn
C
3e lijn
D
4e lijn
Slide 6 - Quizvraag
Mevrouw Visser woont in een verzorgingshuis Welke zorg krijgt mevrouw Visser?
A
Extramuraal
B
Intramuraal
C
Semimuraal
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de betekenis van AVG
A
Aardappel vlees groenten
B
Algemene verordening gegevensbescherming
C
Algemene vrijheid geschreven
D
Artikel verordening gegevens
Slide 8 - Quizvraag
Welke rechten staan er in de AVG? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Recht op inzage
B
Recht om gegevens over te dragen zonder eerdere toestemming
C
Recht op informatie
D
Recht om vergeten te worden
Slide 9 - Quizvraag
Noem eens een voorbeeld van een datalek.
Slide 10 - Open vraag
Waarom moet je aan het einde van je opleiding de eed of belofte afleggen?
A
Als zorgverlener geef je hiermee aan dat je kundig genoeg bent.
B
Als zorgverlener geef je hiermee aan dat je je aan je beroepsgeheim zult houden.
C
Als zorgverlener geef je hiermee aan dat je je werk leuk vindt.
Slide 11 - Quizvraag
Wat wordt er in de Wet BIG beschreven?
A
In de Wet BIG staat informatie over de eed en belofte.
B
In de Wet BIG staan de kwalificaties waaraan studenten moeten voldoen.
C
In de Wet BIG staan de voorbehouden handelingen.
D
In de Wet BIG staan de regels rondom de AVG.
Slide 12 - Quizvraag
Wat verstaan we onder clear desk?
A
Dat je jouw bureau met een sopje schoonmaakt
B
Dat je alle vertrouwelijke documenten opruimt
C
Dat je bij het verlaten van je werkruimte deze opgeruimd achterlaat, je computer afsluit en documenten opruimt of vernietigd via de vertrouwelijke papiercontainer
Slide 13 - Quizvraag
Anatomie
Slide 14 - Tekstslide
hoeveel hartkleppen heeft het hart?
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 15 - Quizvraag
Welke hartkleppen ken je?
Slide 16 - Open vraag
Hartkleppen
De aortaklep: tussen de linkerkamer en de aorta.
De mitralisklep: tussen de linkerboezem en de linkerkamer.
De pulmonaalklep: tussen de rechterkamer en de longslagader.
De tricuspidalisklep: tussen de rechterboezem en de rechterkamer.
Slide 17 - Tekstslide
Welke stelling is juist?
A
Longslagader vervoert zuurstofrijk bloed
B
Longader vervoert zuurstofrijk bloed
Slide 18 - Quizvraag
De bovenste luchtwegen bestaan uit
A
mondholte-neusholte-keelholte -luchtpijp
B
mondholte-keelholte-strottenhoofd-luchtpijp
C
mondholte-neusholte-keelholte-strottenhoofd
Slide 19 - Quizvraag
Waar in de luchtwegen wordt de ingeademde zuurstof aan het bloed overgedragen?
A
In de luchtpijp
B
In de bronchiën
C
In de longblaasjes
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Het ademcentrum behoort tot ...
A
Het willekeurig zenuwstelsel
B
De longslagader
C
De hersenpan
D
Het onwillekeurig zenuwstelsel
Slide 22 - Quizvraag
Een normale ademhaling is tussen de
A
10 en 16 x p/m
B
12 en 18 x p/m
C
12 en 16 x p/m
D
10 en 18 x p/m
Slide 23 - Quizvraag
Hart --> longen --> hart Welke bloedsomloop wordt hier beschreven?
A
De kleine bloedsomloop
B
De grote bloedsomloop
Slide 24 - Quizvraag
Inleveren opdrachten
A/B groep: tot zondag 5 november, uiterlijk 24:00u
C/D groep: tot dinsdag 7 november, uiterlijk 24:00u