Nabespreking en start Voortplanting H10

Reproduction
Lets talk about the birds and the bees...

Voortplanting H10
VWO 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Reproduction
Lets talk about the birds and the bees...

Voortplanting H10
VWO 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Microscopie boekje bespreken
- Doornemen H10 + afronding
- 'Biologische momentje' van de dag
- Uitleg 10.1

Groep in de klas: opdracht of werken 10.1
Groep thuis: online opdrachten maken paragraaf 10.1

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken boekje microscopie
Preparaat 1: Pantoffeldiertje in glycerol
Vraag 1: Waarom maak je bij een preparaat van een pantoffeldiertje of bijvoorbeeld een watervlo gebruik van een speciaal voorwerpglaasje zoals het aquariumvoorwerpglaasje? (voorwerpglas met kuiltje).
Zo kun je beter  en veilig levend materiaal bekijken (waterdiertjes). Dan plet je ze niet onder je dekglas en je microscoop wordt niet vies. 

Vraag 2: Waarom voeg je bij een preparaat van een pantoffeldiertje glycerol toe? Waarvoor dient dat? Om je waterdiertjes te vertragen (dikke vloeistof). Of ze gaan dood. 




Slide 3 - Tekstslide

Preparaat 2: Wangslijmvliescellen – cellen kleuren
Vraag 1: Waarom maak je bij een preparaat van wangslijmvliescellen gebruik van een kleurstof zoals Jodium of methyleenblauw? Zo maak je de cellen en/of celorganellen (zoals de celkern) beter zichtbaar. 

Vraag 2: Wat is er zo bijzonder aan de stof methyleenblauw? Waarom gebruiken we juist die kleurstof om cellen te kleuren? Door  methyleenblauw kleurt een dode cel wel en een levende niet.
Preparaat 3: Boomalg - squashpreparaat
Vraag 1: Waarom maak je bij bepaalde preparaten gebruik van de squash-techniek? 
Om je materiaal beter te verdelen en zichtbaar te maken (dan is het te dik). 

Vraag 2: Zijn er nog andere producten/weefsel waarvan het maken van squash-preparaat een handige manier is om iets te zien door de microscoop? Bijv. worteltop ui, schimmeldraden, spierweefsel etc. 


Slide 4 - Tekstslide

Starten met H10
  • Doornemen hoofdstuk 10
  • Verwachtingen en gedrag bij dit hoofdstuk. 
  • Opdrachten en practica


  • Afronding:
    - Toets in de toetsweek (telt 3x)


Slide 5 - Tekstslide

Het 'biologische momentje' van de dag...
Acromegalie: een zeldzame ziekte die gepaard gaat met een extreme groei van lichaamsdelen zoals armen, benen, handen, voeten, neus, kaak en jukbeenderen bedoeld.


Ze ontstaat als een hypofysegezwel veel groeihormonen produceert.


De bekendste Nederlander met acromegalie is Carel Struycken, onder andere bekend als de butler Lurch in The Addams Family.

Slide 6 - Tekstslide

Wie is van invloed
op jou ontwikkeling?

Slide 7 - Woordweb

Levensfasen: 
  • 8 levensfasen. Bron 2 blz. 108 KK.
      - primair geslachtskenmerken. (geslacht)
      - secundaire geslachtkenmerken. (puberteit)
      - tertiaire geslachtkenmerken. 
      (gedrag, cultuur, kleding, denken, juiste lichaam? Zie blz. 112 en blz. 114)

  • Puberteit – veranderingen:
      - lichamelijke ontwikkeling.
      - geestelijke ontwikkeling.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat zijn jou dromen voor de toekomst? Voor jezelf of voor de wereld...?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Het is allemaal de schuld van hormonen: 
  • Veranderingen → regelstoffen = hormonen.

  • Hormoonklieren: o.a.
      - Hypofyse
      - Geslachtsorganen.


  • Productie geslachtshormonen o.i.v. hypofyse.
      - Mannelijk: Testosteron.
      - Vrouwelijk: Oestrogeen.
    + Aanmaken groeihormoon.


Slide 12 - Tekstslide

Welke hormonen zijn
belangrijk bij de
puberteit?

Slide 13 - Woordweb

Werking hormonen
  • Hormoonklieren – hormonen – bloed.
     Bron 4 en 5 blz. 109 KK
  • Hormonen zijn specifiek!
  • Lichaamscellen bevatten receptoren.
  • Doelorganen reageren, andere niet.
      - Receptor zonder hormoon = geen reactie.
      - Receptor met hormoon = reactie!

Slide 14 - Tekstslide

Aan het begin van de puberteit zijn meiden vaak langer dan jongens. Waarom worden jongens uiteindelijk gemiddeld vaak toch langer?

Slide 15 - Open vraag

Groeispurt!
  • Groei = proces, toename grootte + gewicht van organismen.
  • Invloeden:
      - buitenaf: o.a. voeding, ziekte.
      - binnenuit: genetische bepaling.

  • Lengtegroei: groei uiteinde pijpbeenderen.
      - Uiteinde van kraakbeen = groeischijf. Bron 7 en 8 blz. 110 KK!
  • Stop groei: alle kraakbeencellen veranderd in beencellen (in groeischijf).


  • Groeispurt:
     - jongens vs meisjes

Slide 16 - Tekstslide

Einde uitleg
Groep in de klas: opdracht of werken aan 10.1

Groep thuis: online opdrachten maken paragraaf 10.1

Slide 17 - Tekstslide